Het konikpaardenras is in de lage landen makkelijk in het wild te fotograferen. Ik vertel je hoe en waar je dat doet, en hoe je met zwart-witbeelden de oerkracht van de dieren benadrukt.
Al tientallen jaren woont er in de nieuw ingerichte natuurgebieden in onze omgeving een prachtig wild dier: het konikpaard. Dit paardenras is hier uitgezet om de vegetatie te begrazen, zodat die gezond en gevarieerd blijft. Daarvan profiteert ook de rest van de natuur, zoals insecten, planten, vogels en andere zoogdieren. De konik stamt rechtstreeks af van de tarpan, een uitgestorven Europees wild paard. Konikpaarden zijn echt stoere jongens; ze zijn ruig en krachtig en het hele jaar door zelfredzaam. Maar bovenal: koniks zijn prachtige dieren om te fotograferen! Vooral in zwart-wit kun je het stoere en ruige karakter van de paarden optimaal benadrukken.
Geschiedenis van het koninkpaard
Van oorsprong komt de konik uit Polen. Daar schonk rond 1806 de graaf van Zamosz ze aan de boeren, omdat het bijvoederen voor hem te duur werd. Zo werden de dieren ongeveer honderd jaar als werkpaard gehouden; ‘s zomers op het land, in de winter mochten de dieren vrij rondlopen in de bossen en moerassen. Toen eind jaren tachtig in het Nederlandse rivierengebied Plan Ooievaar werd uitgerold om de natuur te ontwikkelen waren er ook grazers nodig.
Konikpaarden waren daarvoor ideaal, onder meer vanwege hun zelfredzaamheid. In gebieden als uiterwaarden leven koniks vaak samen met de galloway: grote zwarte runderen. Beide soorten zijn belangrijk om het gebied te begrazen. Samen brengen ze zo de noodzakelijke variatie in vegetatie, ieder door hun eigen specifieke graasgewoonten.
De koniks benutten de korte vegetatie doordat ze in staat zijn het gras af te bijten. De galloways gebruiken daarentegen meer de ruigten. Het belang van begrazing is groot, want zonder planteneters degenereert een ecosysteem. De noodzakelijke verjonging van kruiden, struiken en bomen vindt dan niet meer plaats. Samen met de grote grazers profiteren ook grote aantallen insecten, vogels en zoogdieren van deze jaarcyclus van het gewas.
Gedrag
De meeste mensen verwachten dat wilde dieren heel schuw zijn. Maar deze grote grazers komen vaak net niet wild over, want de paarden gedragen zich over het algemeen rustig. Als je dichterbij komt, kijken ze even op, schatten je in en meestal is de conclusie ‘goed volk’. Dan gaan ze weer verder met hun activiteiten, meestal is dat grazen en eten.
De veulens en de jonge hengsten zijn wat nieuwsgieriger en kunnen dichterbij komen om een kijkje te nemen. Dan kan intimiderend overkomen, zeker als een dier rechtstreeks in een rechte lijn op je afloopt en het ook nog een jonge hengst betreft. Dan helpt het om je armen even in de lucht houden en gelijktijdig met zware stem ‘ho’, ‘hu’ of iets van die strekking roepen.
Meestal stopt de konik dan om je even onderzoekend en verbaasd aan te kijken. Daarna gaat hij terug naar de kudde of verder met eten. Je verstoort het natuurlijke gedrag van de konikpaarden als je ze aanhaalt of voert. Zoek dus geen fysiek contact met een paard, hoe lief en rustig het ook lijkt.
In de meeste natuurgebieden zijn de koniks niet op mensen gericht en gaan gewoon verder met hun dagelijkse bezigheden als je ze observeert of fotografeert. Toch gaat het weleens mis. Dat was bijvoorbeeld het geval op een Waalstrandje bij Nijmegen waar ’s zomers veel mensen gingen zonnen en zwemmen. De paarden werden er veel aangehaald en gevoerd, waardoor een aantal koniks naar verloop van tijd uitermate opdringerig werd.
Ze snuffelden in de tassen van de mensen en gingen zelfs mensen bijten als ze niet snel genoeg voer kregen. Dit soort plekken moet je mijden, want de lol van het fotograferen is er snel af als de paarden je steeds volgen. Maar heb je een mooi gebied ontdekt waar een kudde paarden rustig verblijft en natuur kun je als fotograaf beter anticiperen op plotselinge situaties.
Apparatuur
Omdat je met rustige dieren te maken hebt, die bovendien niet voor je wegvluchten, heb je geen enorme joekel van een teleobjectief nodig. In het algemeen dien je in veel gebieden een zekere afstand tot de paarden aan te houden, meestal zo’n vijfentwintig meter. Met een telezoom (zoals de nieuwe 28 tot 400 mm van Nikon) kun je dan al prima uit de voeten en heel gevarieerd beeld maken, van portretten tot foto’s waar een of meerdere paarden op staat.
Voor mij is het ideaal als ik twee camera’s kan werken. De ene rust ik tegenwoordig uit met een zoomobjectief van 100-400mm en de andere met een groothoekzoomobjectief van 24-85mm of een vaste brandpunt van 20 mm. Het eerste zoomobjectief is een lichte versie. Het weegt slechts 1100 gram, zodat ik ook probleemloos uit de hand kan fotograferen. Dat is geen zware belasting, en ik kan dus snel een positie laag bij de grond innemen en ook snel weer van positie veranderen.
Met mijn 600mm-objectief, dat ruim drie kilo weegt, vergt dat toch aanzienlijk meer inspanning. Zo’n lichte uitrusting is bovendien ook ideaal als je gedurende een dag de paarden volgt en veel kilometers wandelt. Ook een lichte rugzak is dan een pré. De groothoekzoom gebruik ik om de paarden wat kleiner in het landschap in beeld te fotograferen. Dit soort beelden laat meteen de leefomgeving van het dier heel goed zien.
Voor spiegelreflexen is een hoekzoeker een fijne accessoire bij het fotograferen. Je kunt daarmee vanuit een lager standpunt door de zoeker kijken, zonder last van je nek te krijgen door een vervelende houding. Bij veel moderne (systeem)camera’s kun je ook de live view gebruiken, omdat je hierbij tegenwoordig ook de autofocus goed werkt. Dat was vroeger wel anders: vaak begon de automatische scherpstelling in live-viewmodus heen en weer te pendelen. Een voordeel van live view ten opzichte van de hoekzoeker is dat je ook goed zicht houdt op de omgeving. Je kunt daardoor beter anticiperen als dat nodig is.
Mocht je met een groothoeklens dicht op de paarden willen fotograferen, dan is het vanwege de veiligheid beter om met afstandsbediening te werken. Je kunt de camera op een stevig statief plaatsen en de camera via een app op je tablet of telefoon bedienen. Je kunt daarmee vrijwel alles vanop afstand beïnvloeden, bijvoorbeeld de belichtingsinstellingen en op welk deel van het beeld de camera moet scherpstellen.
Standpunt
Net zoals bij andere onderwerpen bepaalt jouw standpunt de zeggingskracht van de foto. Houd rekening met het feit dat het maar kleine lijk gedrag vertoont, dan kun je er een prachtige serie van maken. Het loont dan zeker de moeite om ze eerst op gepaste afstand een dag lang te observeren.
De activiteiten van de paarden verschillen per moment nogal en lang niet alles daarvan is fotogeniek. De oudste merrie is altijd de leider van de kudde en bepaalt bijvoorbeeld waar de groep gaat grazen. Voor paarden is een dag opgedeeld in perioden van slapen, grazen en spelen, die elkaar regelmatig afwisselen. Door een groep gedurende een hele dag van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat te volgen, leer je de gedragingen van de kudde veel beter kennen en paarden zijn.
Met een groothoek laat je de leefomgeving van het drie goed zien.
Als je gewoon blijft staan en ze zo fotografeert, is de kans groot dat de achtergrond teveel het beeld gaat domineren. Het loont vaak de moeite om even door de knieën te gaan en vanuit die positie foto’s van de koniks te maken. De horizon komt dan wat lager te liggen, waardoor het paard een stuk imposanter in beeld verschijnt. Vaak krijg je zo een beeld dat veel indrukwekkender oogt. De achtergrond ligt wat verder weg en is minder nadrukkelijk in beeld, wat zorgt voor een rustigere foto.
In sommige situaties krijg je op deze manier de lucht als achtergrond, waardoor het paard de volle aandacht krijgt. Natuurlijk is dat geen wet van meden en perzen en zijn er ook genoeg situaties denkbaar waarbij je juist veel voorgrond in beeld wilt. Bijvoorbeeld om meer diepte in beeld te creëren, wat vooral speelt als je met een groothoekobjectief fotografeert. Houd wel altijd je omgeving in de gaten, ook als je de paarden in uiterste concentratie aan het fotograferen bent.
Sommige paarden worden namelijk erg nieuwsgierig als je gebukt zit en daardoor kleiner lijkt. Het kan dan zomaar gebeuren dat er plots een paard heel dichtbij achter je staat en aan je fotorugtas of jas begint te knabbelen. Dat wil je natuurlijk niet! Wees je dus altijd bewust van je omgeving. Een fototas is sowieso voor paarden een interessant object. Dat zal er deels mee te maken hebben dan sommige mensen er eten uithalen en daar de paarden mee voeren.
Een onderdeel uit je fotorugtas pakken kan er daarom voor zorgen dat paarden naar je toe komen lopen. Het is dan ook beter om alles al bij de hand te hebben en bijvoorbeeld vooraf een extra accu en geheugenkaart in je broekzak te stoppen. Als je dan toch iets uit je rugzak wilt pakken, is het beter om een stukje van de kudde weg te lopen en dan pas je tas te openen. Nog een punt van aandacht: indien je in een bepaalde situatie toch dicht bij een paard staat, loop dan niet dicht achter zijn achterste langs. Paarden kunnen schrikken en plots naar achteren trappen. Dat gebeurt met zoveel kracht dat je flink gewond kunt raken, of nog erger!
Weersomstandigheden
In het algemeen zeg ik vaak “elk weertype is prima voor natuurfotografie”. Toch gaat dit credo in het geval van zwart-witfotografie van paarden niet helemaal op. Mistige omstandigheden met lage contrasten zijn bij dit thema minder geschikt. Het beeld wordt dan al snel flauw, contrastarm en spreekt minder.
Daarentegen zijn zonnige omstandigheden juist prima. Het hardere licht maakt de beelden in zwart-wit krachtig en versterkt het gevoel van kracht dat de paarden kunnen uitstralen. Een uitzondering daarop zijn de detailfoto’s, die ik verderop in dit artikel zal bespreken. Ook de groothoekfoto’s van de paarden zijn gebaat bij zonlicht en een lekker contrast. En zonlicht hoeft echt niet te betekenen dat je ook een straalblauwe hemel moet hebben. Integendeel, zou ik bijna zeggen.
Een lucht waar iets in gebeurt, waar bijvoorbeeld regenwolken in aanwezig zijn, versterkt het beeld. Een dag met een afwisseling van zon en regenbuien is helemaal ideaal en levert vaak prachtig beeld op. Vooral met een groothoekobjectief kun je prima de lucht met donkere en lichte partijen in beeld krijgen. Let dan ook op je eigen standpunt en ga lekker laag om zoveel mogelijk lucht en de horizon laag in beeld te krijgen. Zonnige omstandigheden, afgewisseld met donkere regenwolken zijn dus prima.
Ook vroeg of laat op de dag fotograferen biedt mogelijkheden om je paardenserie in zwart-wit nog meer impact te geven. Ik werk dan graag met tegenlicht om zo het kenmerkende silhouet van de paarden vast te leggen. De haren en manen van het paard worden door tegenlicht prachtig omrand. Dit effect kun je nog versterken door het beeld met -2.0 of -3.0 EV onder te belichten.
Portretten en details
Met een tele- of telezoomobjectief van zo’n 400 tot 500 millimeter kun je perfect de details van de konik fotograferen. Denk bijvoorbeeld aan de mooie manen, de snuit of een deel van het hoofd van het paard. Ook kun je een indrukwekkend paardenhoofd natuurlijk in zijn geheel vastleggen.
Als je onwillige mensenmodellen gewend bent, dan is zo’n paardenportret een heerlijke afwisseling. Op verschillende momenten van de dag houdt een kudde paarden namelijk voor langere tijd rust, waarbij de dieren doodstil voor zich uit gaan staren. Niets lijkt ze te verontrusten, waardoor je ze vanuit allerlei hoeken en standpunten kunt fotograferen. Zeg nou zelf, dat zijn de ideale modellen! Staan er een aantal paarden vlakbij elkaar, dan kun je proberen een dubbelportret te maken.
Voor beelden van manen is de ene konik de andere niet. Sommige paarden hebben vooral donkere manen, anderen weer een combinatie van donkere manen en blonde highlights. Zeker bij een flinke wind loont het om de paardenmanen te fotograferen. Een deel van het haar wordt dan door de wind overeind geblazen, wat leuke foto’s oplevert.
Koniks in het landschap
Het ligt voor de hand om de koniks vooral van dichtbij te fotograferen omdat ze mooi, fotogeniek en totaal niet schuw zijn. Maar in het open landschap van de uiterwaarden waarin ze leven is het zeker ook de moeite waard om ze kleiner in beeld te plaatsen. Op die manier laat je ook hun leefomgeving zien. Het werkt daarbij het best als je een hoger standpunt kiest.
Op die manier kijk je echt het landschap in. Je hoeft niet eens altijd de horizon mee in beeld te nemen. Als je verschillende lagen in beeld neemt, door gebruik te maken van de gevarieerde vegetatie, kan het ook mooi zijn om die horizon juist niet in beeld te nemen. (Eventueel kan je achteraf in een fotobewerkingsprogramma een uitsnede zonder horizon maken.) Ideaal voor zo’n ‘paard-in-landschap’-beeld zijn dijken.
Ze bieden een optimaal uitzicht; als je door het uiterwaardenlandschap op de dijk fietst of met de auto rijdt kom je altijd wel koniks tegen. Blijf natuurlijk wel altijd op de weg letten. Dijken zijn smal en bochtig, en het kan zo maar gebeuren dat je per ongeluk dijk afrijdt, pardoes het weiland in.
Zodra je koniks in een landschap hebt ontdekt, kun je de wagen best eerst rustig aan de kant van de weg zetten. Stop niet midden op de dijk. Zet de auto deels of helemaal in de berm, zodat je andere weggebruikers niet tot last bent.
Nabewerking
Meerdere wegen leiden naar Rome en dat geldt ook voor de conversie naar zwart-wit in een beeldbewerkingsprogramma. Met de werkwijze die ik in dit artikel beschrijf behaal ik de voor mij meest bevredigende resultaten, ik gebruik er altijd de bekende programma’s Lightroom en Photoshop voor, in combinatie met de plug-ins uit Nik Collection. Bij deze software heb je voor het omzetten van een kleurenbeeld in een zwart-witbeeld een aantal presets tot je beschikking, zoals het rood filter, oranje filter, infrarood en groen filter.
Ook de kleurkanalen rood, cyaan en magenta kunnen er goed bij van pas komen. In de programma’s kun je zowel met de presets als met de kleurkanalen spelen en zo het beeld helemaal op jouw persoonlijke voorkeur afstemmen. Net als bij het fotograferen geldt bij beeldbewerking: niks is verplicht! Het staat je vrij om het beeld te bewerken zoals jij het wilt. Houd je van een beeld met veel grijstinten? Prima! Toch liever een beeld met diepe zwarten en witten en harder afgewerkt? Ook goed.
Ik bewerk mijn raw-bestanden altijd eerst in Photoshop met de standaardbewerkingen als witbalans, curve en levendigheid (kleur ophalen). Daarna krijg ik de beste resultaten met Silver Efex Pro 2 van Nik Collection, die ik als plug-in in Photoshop heb geïnstalleerd. Deze bevat maar liefst 38 presets voor zwart-witconversies. Handig is dat ze al aan de linkerkant van het beeldscherm in kleine previews hun effect op de geselecteerde foto laten zien.
Met een klik op een van de presets verander je de grote foto op het scherm en kun je het effect beter bekijken. Aan de rechterkant kun je dan zaken als helderheid, contrast en structuur finetunen. Bovendien zijn hier achttien filmtypen te selecteren die je op het beeld kan toepassen. Kom je uit het analoog tijdperk en was je helemaal verliefd op de eigenschappen van bijvoorbeeld Ilford Delta 400 pro of Agfa APX Pro 100?
Geen probleem, selecteer de gewenste preset en de kenmerkende eigenschappen van de film worden op je beeld losgelaten. Voor de konikpaardenserie van dit artikel gebruikte ik vooral de preset ‘005 Hoge Structuur’. In bepaalde gevallen heb ik voor de final touch delen van beelden in Photoshop doorgedrukt of juist tegenhouden.
Fotograferen is een creatieve expressie en de nabewerking is een onderdeel daarvan. Laat je daarbij niet leiden door wat wel of niet mag, of juist moet. Jij bepaalt wat je mooi vindt en wat je de kijker wilt laten zien. Vooral in zwart-witfotografie is dat belangrijk.
Soms wordt het gebruik van Photoshop als een negatief gezien en dat is jammer want het beperkt de fotograaf in zijn of haar mogelijkheden. Wist je dat in het analoog tijdperk de grote meester in zwart-witfotografie, Ansel Adams, wel twee weken in de donkere kamer stond om één afdruk te maken?
Daar deed-ie dus echt wel meer dan op het aan-uitknopje voor de belichting van zijn vergroter drukken. Eén van zo’n intensief in de doka bewerkte foto’s is bij Sotheby’s in New York voor één miljoen dollar verkocht … Nu wil ik niet beweren dat je geperfectioneerde zwart-witbeeld van een konik ook direct voor een astronomisch bedrag verkocht gaat worden.
Nee, het gaat me om de vrijheid van fotograferen en de vrijheid van bewerking. Het eindresultaat is het enige wat telt: aansprekende en krachtige foto’s van deze schitterende paarden.
Hier vind je konikpaarden
Tegenwoordig leven er zowel in Nederland als België duizenden wilde paarden. Hoewel je ze ook in andere soorten natuurgebied kunt aantreffen, associëren veel mensen de koniks met uiterwaardengebied. In België vind je de dieren onder meer in Aalter in het Drongengoedbos, het Noordelijk Eiland bij Bornem, op Landschap de Liereman bij Oud-Turnhout en bij Holsbeek op de Beninksberg.
In Nederland zijn de bekendste leefgebieden de Gelderse poort met de Blauwe kamer, Ooijpolder, Meinerswijk en Millingerwaard. Dichterbij de Belgische grens kom je ze tegen in Natuurgebied Oranjezon in Zeeland, Natuurgebied Pannenhoef bij Rijsbergen, de Noordwaard Polder bij Werkendam en Borgharen bij Maastricht.
Overigens wordt in veel natuurgebieden geadviseerd om op gepaste afstand van de dieren te blijven. Iets om in ieder geval vooraf kennis van te nemen
Wil je beter leren fotograferen?
Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).
Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.