loper met lange sluitertijd

Sluitertijd speelt een cruciale rol in hoe scherp beweging wordt vastgelegd en hoe een foto belicht wordt.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag het beste uit de fotografiewereld in je mailbox.

Wat is sluitertijd?

Sluitertijd, ook wel belichtingstijd genoemd of shutter speed in het Engels, verwijst naar de tijdsduur dat de sluiter van een camera openstaat en licht doorlaat naar de beeldsensor. Dit wordt uitgedrukt in seconden of fracties van een seconde, zoals 1/1000s, 1/250s of 1s. Een korte sluitertijd laat weinig licht binnen en bevriest beweging, terwijl een lange sluitertijd meer licht doorlaat en beweging kan vervagen.

Hoe stel je sluitertijd in?

Sluitertijd kan op verschillende manieren worden ingesteld, afhankelijk van de camera die je gebruikt:

  • Handmatige modus (M): Hier bepaal je zelf de sluitertijd, diafragma en ISO-waarde.
  • Sluiterprioriteit (S of Tv): Je kiest een sluitertijd en de camera past het diafragma automatisch aan.
  • Automatische modus: De camera kiest zelf een sluitertijd op basis van de lichtomstandigheden.

Impact op de belichtingsdriehoek

Sluitertijd maakt deel uit van de belichtingsdriehoek, samen met diafragma en ISO. Deze drie elementen bepalen samen hoe een foto belicht wordt:

  • Diafragma (f-getal): Regelt de hoeveelheid licht die door de lens komt en beïnvloedt de scherptediepte.
  • ISO-waarde: Bepaalt de lichtgevoeligheid van de sensor.
  • Sluitertijd: Bepaalt hoelang het licht op de sensor valt.

Een korte sluitertijd vereist vaak een groter diafragma (lager f-getal) of een hogere ISO om voldoende licht binnen te krijgen. Andersom kan een lange sluitertijd vereisen dat je een kleiner diafragma (hoger f-getal) of een lagere ISO gebruikt om overbelichting te voorkomen.

Belichtingsdriehoek visueel
Sluitertijd is even belangrijk als ISO en diafragma in de fotografie.

Wat is de beste sluitertijd?

Elke vorm van fotografie vraagt om specifieke sluitertijden om een gewenst effect te bereiken:

  • Actiefotografie (sport, wildlife): Snelle sluitertijden (1/1000s of sneller) om beweging te bevriezen.
  • Landschapsfotografie: Vaak langere sluitertijden (1/30s tot enkele seconden) om meer licht binnen te laten.
  • Nachtfotografie en lichtsporen: Zeer lange sluitertijden (van enkele seconden tot minuten) om details bij weinig licht vast te leggen.
  • Portretfotografie: Meestal gematigde sluitertijden (1/125s tot 1/250s) om beweging te minimaliseren en een scherpe foto te krijgen.
  • Intentional Camera Movement (ICM) en panning: Langere sluitertijden (bijvoorbeeld 1/15s tot 1/60s) om creatieve bewegingsonscherpte toe te voegen.

Praktische tips

  • Gebruik een statief bij lange sluitertijden om bewegingsonscherpte door camerabeweging te voorkomen.
  • Schakel beeldstabilisatie uit bij gebruik van een statief, om ongewenste correcties te vermijden.
  • Experimenteer met verschillende sluitertijden tot je het juiste effect bekomt.
  • Gebruik een ND-filter om lange sluitertijden mogelijk te maken bij fel licht, bijvoorbeeld overdag.
Advertentie


Wil je beter leren fotograferen?

Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).

Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in