De Nikon Df was waarschijnlijk de minst verwachte camera van 2013. Is het resultaat een gelukkig huwelijk van oud en nieuw?

De Nikon Df was waarschijnlijk de minst verwachte camera van 2013. Hij combineert een retro-design met klassieke bedieningselementen en een moderne fullframesensor. Is het resultaat een gelukkig huwelijk van oud en nieuw?

Het minste wat je over de Df kan zeggen, is dat hij een stijlbreuk vertegenwoordigt met elke reflexcamera die Nikon de voorbije twee decennia heeft uitgebracht. De Df refereert naar klassieke Nikons zoals de F3, FM en lijkt nog het meest op de Nikon FA uit 1983: een hoekig design met een korte handgreep op de rechtervoorzijde van de camera.

Kijk naar de zoekerbehuizing aan de bovenzijde, en je weet meteen weer waarom dat een prismahuis heet – wat je bij de afgeronde vormen van recente Nikons zou vergeten. De nostalgie gaat zo ver dat zelfs het oude lettertype voor de merknaam Nikon afgestoft werd.

Advertentie

Ook de bedieningselementen aan de bovenzijde van de camera zijn overduidelijk old school. Links staan een instelwiel voor de gevoeligheid en (erboven, met kleinere diameter) eentje voor belichtingscompensatie. Rechts vinden we een instelwiel voor de sluitertijd met eronder een hendelje voor de transportmodus; de ontspanner met schroefdraadaansluiting voor een ouderwetse afstandsbediening; een keuzewiel voor de opnamemodus (programma, sluitertijd- en diafragmavoorkeuze, manueel) en – als eerste toegeving aan het digitale tijdperk – een mini-statusscherm waarop je het ingestelde diafragma en sluitertijd kan aflezen.

Aan de achterzijde is het echter uit met de nostalgie: de achterwand zou op het eerste gezicht net zo goed op een D800 passen. Er is een lcd-scherm van 3,2 inch, de gebruikelijke menuknoppen en zelfs een Live View-knop.

Want ondanks het retro-uiterlijk is de Df natuurlijk een volbloed digitale camera. Hij kreeg de 16 megapixelsensor van de D4, het werkpaard voor professionele nieuws- en sportfotografen.

De keuze voor deze sensor met een relatief lage resolutie is wellicht ingegeven door de verwachting dat kopers ook hun oude Nikkor-lenzen op de Df wensen te gebruiken, en dat de optische prestaties van die lenzen niet goed genoeg zijn voor de hoge resolutie (36 megapixel) van de D800. En een keuze voor de 24 megapixelsensor van de D610 had de vraag doen rijzen of een retro-design en analoge instelwieltjes een prijsverschil van bijna 1.000 euro verantwoorden. Maar laat ons niet op de feiten vooruitlopen.

Aan de onderzijde zit een gecombineerd compartiment voor een SD-geheugenkaart en een batterij. Nikon koos voor de compacte batterij van de D5300 en niet voor de zwaardere van de D800, D6100 en D7000. Met de autonomie valt het niettemin best mee, ook al omdat het toestel geen energievretende flitser bevat. Er is wel een standaard flitsschoen.

De Df wordt gebundeld met een nieuwe versie van de 50mm f/1.8G AF-S lens. Het enige nieuwe eraan is dat er een zilveren ring als decoratie rond de lens zit, en dat de zoomring beter geschikt is voor manueel scherpstellen. De keuze voor een 50mm-objectief als kitlens is alweer een uiting van nostalgie; ik had liever een wat bredere kitlens gezien zoals een 35mm f/1.8 met snelle autofocus (AF-S). Zo'n lens ontbreekt in het Nikon-gamma.



De lichtmeting werkt betrouwbaar, en het hoog dynamisch bereik komt hier goed van pas.

De bediening

Nikon zelf promoot de Df met de slogan 'zuivere fotografie'. Je kan dat op verschillende manieren verstaan. Een voor de hand liggende uitleg is dat de Df inderdaad zuiver een fototoestel is: je kan er niet mee filmen.

Dat past mooi in het hele retro-verhaal, en geeft verstokte fotoliefhebbers het gevoel dat ze niet hoeven te betalen voor een videofunctie die ze toch nooit zullen gebruiken. Vreemd genoeg is er wel een hdmi-uitgang om de camera met een moderne flatscreentelevisie te verbinden.

De tweede verklaring is dat de Df de fotograaf toelaat zich te concentreren op de 'zuivere' fotografische instellingen: gevoeligheid, sluitertijd, diafragma en belichtingscompensatie. Voor drie daarvan krijgen we zoals reeds vermeld een ouderwets instelwiel.

Het eenvoudigste daarvan, voor belichtingscompensatie, behoeft geen verdere uitleg. Het instelwiel voor gevoeligheid is per 1/3 stop instelbaar. Het gevoeligheidsbereik gaat van ISO 100 tot 12.800, en is net als bij de D4 uitbreidbaar tot ISO 50 en 204.800. (Wie echt vervuld is van heimwee naar het tijdperk van filmrolletjes, legt zichzelf natuurlijk op om de gevoeligheid nooit hoger dan ISO 3.200 te zetten.)

Op het ISO-wiel missen we een instelling voor Auto ISO – die handige functie is er gelukkig wel, en is in te stellen via de progammeerbare Functie-toets aan de voorzijde van de camera of via het cameramenu.

Het wieltje voor de sluitertijd laat je toe om de sluitertijd per volledige stop in te stellen, gaande van 1/4.000 tot 4 seconden. Voor langere sluitertijden zijn er de posities B (voor Bulb) en T (voor Time). Om probleemloos te flitsen is er de positie X, waarbij de sluitertijd nooit korter wordt dan de normale flitssynchronisatietijd van 1/250 seconde.

Wil je werken met de tussenliggende sluitertijden (bijvoorbeeld 1/100 of 1/80 in plaats van de volledige stops 1/125 en 1/60), dan draai je dit instelwiel naar de positie 1/3STEP en stel je de sluitertijd in met een draaiwieltje aan de achterzijde, net als eender welke andere digitale reflexcamera.

De gekozen sluitertijd moet je dan aflezen op het statusschermpje of in de zoeker. Dat schermpje komt overigens ook goed van pas in duistere omstandigheden, als het te donker is om de indicaties op de 'analoge' wieltjes te zien.



Kleuren in jpeg-opnames zijn realistisch. 

Diafragma: uit met de nostalgie

Bij het instellen van het diafragma is het uit met de nostalgie. Nikon-lenzen bevatten immers sinds jaar en dag geen traditionele diafragmaring meer; het diafragma op dergelijke lenzen stel je in via het voorste instelwieltje op de camera.

Dat is op de Df niet anders. Alleen vonden de ontwerpers het nodig om dat wieltje verticaal tegen de body te plaatsen en niet horizontaal zoals Nikon-gebruikers gewend zijn. Tot daar, maar het wieltje draait ook nog eens bijzonder stroef. Ik moest zo veel kracht zetten om er beweging in te krijgen dat ik meermaals een of twee stops te veel doordraaide.

Er zijn nog twee factoren die het plezier van de zuivere fotografie kunnen vergallen. Een eerste is dat de drie 'analoge' instelwieltjes vergrendeld zijn. Om bijvoorbeeld belichtingscompensatie in te stellen, moet je – met je linkerhand – tegelijk het grendeltje induwen en het wieltje verdraaien. Als er een zware lens op de camera zit, is dat een delicate evenwichtsoefening. Het grendeltje op het sluitertijdwieltje is niet actief wanneer je met de volledige stops werkt, wel op de andere posities.

Een tweede spelbreker is de zeer ongelukkige positie van het haakje voor de draagriem, helemaal rechtsvoor op de camera – net op de plaats waar ik bij elke andere camera mijn rechterwijsvinger houd. De minst storende manier om de Df vast te houden bleek voor mij met dat haakje en de riem tussen mijn wijsvinger en middenvinger. Aanvankelijk vreesde ik ook dat de kleine handgreep te weinig grip zou bieden, maar die vrees bleek ongegrond.

Df versus D4

De Df bevat zoals gezegd dezelfde, of althans een vergelijkbare beeldsensor als de D4. Los van het design, de constructie en de bediening zijn er nog belangrijke verschillen met de D4. De Df deelt zijn autofocussysteem met de D610, en gebruikt dus 39 autofocuspunten in plaats van 51 zoals de D4, D800 en zelfs D7100.

Ook de snelheid bij reeksopnames is lager: 5,5 beelden per seconde voor de Df tegenover 11 beelden per seconde voor de D4. Tijdens een voorstelling voor de pers benadrukte een vertegenwoordiger van Nikon dat de D4 een camera voor bedachtzame reportage- en straatfotografie is, en zeker geen werkinstrument voor sportfotografen.

In de praktijk valt dat goed mee. Ik kan me niet voorstellen dat een professioneel sportfotograaf zijn D4 gaat inruilen voor een DF, alleen al omwille van de minder handige bediening op die laatste. Maar wie een Df aanschaft kan zich gerust aan actiefotografie wagen; het AF-systeem is snel en trefzeker genoeg, zelf in het schemerduister . En met een buffer waarin 100 jpeg-opnames passen kom je al een heel eind. 

De prestaties

Inzake beeldkwaliteit lost de Df alle verwachtingen in. Het dynamisch bereik is indrukwekkend, en jpeg-opnames recht uit de camera vertonen realistische kleuren. De lichtmeting en de automatische witbalansregeling werken erg betrouwbaar. Net als de D4 blinkt de Df uit inzake ruis.

Bij normale gevoeligheden is er op de jpeg-opnames geen spoor van ruis. Boven ISO 1.600 blijven opnames perfect bruikbaar, met vanaf ISO 6.400 een licht verlies aan scherpte. In raw-opnames is meer ruis richtbaar, maar je kan dan in nabewerking zelf de gewenste balans tussen scherpte en ruisonderdrukking zoeken.

Vergeleken met de 24 megapixels van de D610 of D7100 lijkt de resolutie van de Df misschien aan de lage kant, maar inzake beeldkwaliteit geeft hij die camera's het nakijken. Wie echt veel pixels nodig heeft, kijkt beter naar een D800. 

Conclusie

De Df is de opvallendste Nikon-camera sinds lang. Of je ervan houdt, is voor een groot deel een persoonlijke kwestie. Hij zal uiteraard in de smaak vallen bij fotografen die vallen voor het retro-design en de belofte van 'pure fotografie', lak hebben aan video en een arsenaal oude Nikkors wensen te gebruiken.

Wie gewend is aan de ergonomie van de moderne Nikons, zal zich ergeren aan ondoordachte bedieningselementen zoals het stugge diafragmawiel en het vergrendelde belichtingscompensatiewieltje.

De Df is niet bepaald goedkoop. Positief bekeken krijg je de beeldkwaliteit en prestaties bij weinig licht van een D4 voor de helft van de prijs, maar de meerprijs ten opzichte van een D610 is wel fors. Aan jou om te bepalen hoeveel 'pure fotografie' mag kosten.

Specificaties Nikon Df

Prijs: 2.899 euro
Resolutie: 4.928 x 3.280 pixels
Sensor: CMOS, 23,9 x 36 mm
Lensvatting: Nikkor
Cropfactor: geen
Gevoeligheid: ISO 100-12.800 (uitbreidbaar tot 204.800)
Opnamestand: P/S/A/M
Lichtmeting: Matrix, centraal, spot
Scherpstelling: 39-punts AF of manueel
Burstmodus: 5,5 fps
Geheugen: SD Card
Afmetingen: 144 x 110 x 67 mm
Gewicht: 760 g

[extern_gallery urls=”http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/51/133883_dfambience1.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/51/133883_dfbktop.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/51/133883_nikonddf04.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/51/133883_nikonddf10.jpg” caption=”De Df is verkrijgbaar in zwart en in zilver-zwart.||De Df kreeg ouderwetse instelwieltjes voor ondermeer gevoeligheid en sluitertijd.||De lichtmeting van de D4 werkt betrouwbaar, en het hoog dynamisch bereik komt hier goed van pas. (f/5.6, 1/125, ISO 100, 50mm)||Kleuren in jpeg-opnames zijn realistisch. (f/4, 1/60, ISO 200, 50mm)”]

Advertentie



Wil je beter leren fotograferen?

Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).

Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.