10 tips om te fotograferen bij slecht weer

Wanneer de zon schijnt, kriebelt het vanzelf om eropuit te trekken met de camera. Grijze luchten en regenbuien lijken op het eerste gezicht minder uitnodigend, maar wie toch de stap zet, ontdekt al snel dat slecht weer net zorgt voor karaktervolle beelden. Dreigende wolken, glinsterende regendruppels en reflecties op natte straatstenen leveren vaak foto’s op met meer sfeer en contrast dan eender welke zomerdag.

Slecht weer is dus geen excuus om binnen te blijven. Ons klimaat trakteert ons nu eenmaal regelmatig op regen, hagel of sneeuw. Met een beetje voorbereiding en de juiste bescherming voor je materiaal kan je ook dan naar hartenlust fotograferen. De voldoening is vaak des te groter wanneer je thuiskomt met beelden die niet iedereen durft te maken.

1. Bescherm je camera

Wie met zijn camera de regen trotseert, moet er natuurlijk voor zorgen dat het materiaal de uitstap overleeft. Er bestaan allerlei hulpmiddelen om je camera droog te houden: van eenvoudige regencapes met een opening voor de lens tot speciaal ontworpen camerahoezen. Zo’n hoes beperkt wel je bewegingsvrijheid, zeker wanneer je instellingen wil aanpassen of van lens wisselen – niet ideaal in snel veranderende omstandigheden.

Een verrassend doeltreffende oplossing blijft de klassieke paraplu. Met wat oefening kan je met één hand fotograferen en met de andere de paraplu vasthouden. Zorg wel dat het niet te hard waait, of nog beter: vraag iemand om even mee te wandelen en je te helpen droog te blijven. Foto mogelijkheden zijn er alvast genoeg, denk bijvoorbeeld aan mensen die zonder paraplu door de regen rennen, reflecties in plassen, of opspattend water van auto’s en fietsen. Regenweer levert vaak een overvloed aan interessante onderwerpen op.

Wees wel realistisch: hoe voorzichtig je ook bent, de camera zal af en toe een spatje vangen. Neem dus altijd een microvezeldoekje mee en vermijd onnodige risico’s. Een wereldfoto is het niet waard om je toestel te beschadigen.

2. Kies voor een hogere ISO

Bij slecht weer is er vaak minder licht, waardoor een statief handig kan zijn. Toch hoef je het niet altijd te gebruiken: door de ISO-waarde wat op te trekken, kan je nog steeds uit de hand fotograferen. Maak je geen zorgen over wat extra ruis, want beelden van stormachtig of regenachtig weer mogen gerust een wat ruiger karakter hebben.

We zijn in dit soort situaties niet op zoek naar klinisch scherpe foto’s, maar naar sfeer en emotie. De korrel versterkt vaak het gevoel van kou, wind en nattigheid. Experimenteer gerust met hogere ISO’s en speel met langere sluitertijden om beweging in regen of sneeuw vast te leggen.

Heb je geen paraplu of schuilplek bij de hand, kijk dan goed om je heen. In stedelijke omgevingen vind je vaak luifels, bushokjes of overdekte galerijen waar je droog kunt blijven terwijl je de straat observeert. Richt je niet enkel op voorbijgangers, maar ook op fietsers en auto’s die door plassen rijden want het opspattende water en de reflecties creëren levendige, dynamische beelden.

3. Fotografeer vanuit droge plekken

Wie liever niet doorweekt thuiskomt, kan ook creatief blijven vanuit een droge plek. Een stilstaande wagen is bijvoorbeeld een uitstekend mobiel observatiepunt. Open gewoon het raampje aan de kant waar de regen niet binnenwaait en gebruik het interieur als beschutting. Je hebt iets minder bewegingsvrijheid, maar dat weegt ruimschoots op tegen het comfort en het voordeel dat je snel van locatie kunt veranderen.

Rijd eens naar een open landschap en bekijk hoe de regen of storm het decor transformeert. Paarden of koeien in de wei trekken zich weinig aan van het weer en leveren vaak verrassend sfeervolle beelden op. De combinatie van nevel, regen en het diffuse licht geeft je foto’s een schilderachtige uitstraling — verre van doorsnee.

Kortom, zelfs zonder nat te worden kun je het natuurgeweld vastleggen. Het vraagt enkel wat improvisatie en een goed oog voor het moment waarop het weer het verhaal vertelt.

4. Ook slecht weer moet je plannen

Een regenbui komt zelden als verrassing en dat is goed nieuws voor fotografen. Met een beetje voorbereiding kan je precies inschatten wanneer de lucht het meest fotogeniek wordt. Niemand staat graag in constante motregen, maar stevige buien met af en toe zon ertussen leveren vaak de mooiste, meest dramatische beelden op.

Websites zoals meteox.be en buienradar.nl tonen nauwkeurig waar en wanneer het zal regenen. De kleurenschaal helpt je snel inschatten hoe intens de buien zijn: van wit-grijs (lichte neerslag) tot blauw, oranje of rood (zware regen). Zoek dus bewust naar die blauwe zones, want daar gebeurt het.

Door de geanimeerde radarbeelden te bekijken, zie je ook hoe snel een buienlijn zich verplaatst. Zo weet je wanneer je op pad moet en hoeveel tijd je nog hebt voordat de regen jou bereikt. Geïsoleerde onweersbuien kunnen zich spontaan vormen of oplossen, dus blijf de kaarten regelmatig checken. Soms is het ook handig om op Europese schaal te kijken. Zo zie je of er grotere systemen aankomen en dat is perfect om het juiste moment te bepalen om aan zee, in de stad of op het platteland te gaan fotograferen voor dat ene prachtig verlichte wolkendek.

5. Bliksem fotograferen vraagt timing

Bliksem is een van de meest indrukwekkende vormen van slecht weer om te fotograferen, maar meteen ook een van de meest onvoorspelbare. De meeste geslaagde bliksemfoto’s worden ’s avonds of ’s nachts gemaakt, wanneer je langere sluitertijden kunt gebruiken. Door de sluiter enkele seconden of zelfs minuten open te laten, vergroot je de kans dat een ontlading in beeld valt. Experimenteer met verschillende diafragma’s, want elke bliksemflits heeft een andere intensiteit. Een beetje geluk én ervaring zijn hier onmisbaar.

Overdag wordt het moeilijker: er is te veel licht om met lange sluitertijden te werken. Toch is het niet onmogelijk. Sommige bliksems bestaan uit meerdere opeenvolgende ontladingen die zo snel na elkaar plaatsvinden dat ze voor het oog één flits lijken. Als je snel reageert na de eerste flits, kan een van de volgende ontladingen alsnog op je foto belanden.

Bliksem ontstaat wanneer de lucht tijdelijk geleidend wordt. Tijdens een onweersbui vormt zich een kanaal van geladen deeltjes (ionen). Zodra dat kanaal dicht genoeg bij de grond komt, springt de vonk over en schiet de elektrische lading razendsnel door het kanaal. De hitte is zo extreem dat dezelfde weg soms meerdere keren kort na elkaar gebruikt wordt waardoor de bliksem “flikkert”.

Het belangrijkste advies: speel nooit met je veiligheid. Ga niet in open veld staan en schuil zeker niet onder een boom. De veiligste manier om bliksem te fotograferen is vanuit een gebouw of een auto. Dankzij het principe van de kooi van Faraday ben je in je wagen goed beschermd, en je kunt het onweer zelfs rustig volgen terwijl je droog blijft.

6. Fotografeer regenbogen

We zien ze vaker dan we denken, maar meestal missen we het moment omdat regenbogen vaak verschijnen vlak nadat een stevige bui is overgetrokken. Zodra de zon weer door de wolken breekt, loont het om even om te kijken. Letterlijk dan: sta met je rug naar de zon en kijk in de richting van vallende regen, want daar ga je regenbogen vinden.

Een regenboog is een kortstondig verschijnsel, dus reageer snel. Maak meerdere opnames met verschillende belichtingen, want automatische belichting heeft de neiging de kleuren te fel te registreren. Iets onderbelichte beelden geven meestal het mooiste resultaat: de kleuren worden dieper en de contrasten met de donkere wolken blijven behouden.

Let ook op de compositie. Een regenboog komt het best tot zijn recht met een interessant landschap of herkenbaar element op de voorgrond, zoals een kerk, een veld, of zelfs een nat stadsplein. Wees niet te zuinig met het aantal foto’s: een regenboog verdwijnt sneller dan je denkt.

7. Speel bij slecht weer met licht en contrast

Minstens even fotogeniek als de regenbui zelf is het moment vlak ervoor of erna. Dreigende luchten zorgen voor een dramatisch decor waarin elk straaltje zonlicht extra opvalt. De combinatie van donkere wolken en fel verlichte voorgrond geeft je beelden die typische schilderachtige spanning. Een ideaal moment om te spelen met contrast en compositie.

Aan de kust zijn zulke situaties vaak het spectaculairst, want je hebt er een open horizon en een onbelemmerd zicht van wel 180 graden. Een uitstapje naar zee bij naderend onweer levert vaak beelden op met een indrukwekkend gevoel van ruimte en dynamiek.

Ook op het land zijn de mogelijkheden eindeloos. Kerktorens, kastelen, ruïnes en zelfs moderne gebouwen komen helemaal tot leven onder een loodzware hemel. Zet je onderwerp bewust in relatie tot het dreigende wolkendek, want zo vertel je een visueel verhaal over kwetsbaarheid, kracht of verandering.

8. Gebruik water als een natuurlijke spiegel

Na een regenbui verandert de stad in een reusachtige spiegel. Natte straatstenen weerkaatsen het licht van lantaarns, neonreclames en winkelramen, zeker tegen de avond wanneer het kunstlicht zich mengt met het laatste daglicht. Die reflecties geven extra diepte en kleur aan je foto’s. Een ideaal moment om te experimenteren met compositie en perspectief.

Zoek naar plekken waar plassen of natte oppervlakken interessante patronen vormen. Door laag te fotograferen, kun je de reflectie gebruiken om symmetrie te creëren of juist te breken. Mensen met paraplu’s, fietslichten, autokoplampen of lichtreclames voegen levendigheid en kleur toe aan het tafereel.

Bij avondfotografie is een statief onmisbaar, maar heb je er geen bij de hand, dan kun je improviseren. Gebruik een muurtje, bank, paaltje of zelfs de stoeprand als steunpunt om je camera stabiel te houden. Met wat creativiteit en een vaste hand maak je zo scherpe beelden, zelfs bij lange sluitertijden.

9. Ook mist kan voor mooie foto’s zorgen

Mist zorgt voor een mysterieuze, haast stille sfeer die je foto’s meteen iets poëtisch geeft. Toch missen veel fotografen het mooiste moment: dat korte ogenblik waarop de zon net begint door te breken en het licht diffuus door de nevel valt. Tegen de tijd dat je dan op pad bent, is het vaak al te laat.

De sleutel is voorbereiding. Kies vooraf een locatie uit — rivieren, meren en valleien zijn ideale plekken waar mist lang blijft hangen. Vertrek vroeg, nog vóór zonsopkomst, zodat je klaarstaat wanneer het eerste licht verschijnt. De zachte kleuren en het geleidelijk verdwijnende waas leveren beelden op die je op geen enkel ander moment van de dag kunt maken.

Ook bossen zijn prachtig bij mistig weer: het contrast tussen stammen, bladeren en lichtstralen zorgt voor een diepte-effect dat je op zonnige dagen zelden ziet. Neem de tijd om te experimenteren met verschillende standpunten en brandpuntsafstanden. Elke kleine verschuiving kan een compleet andere sfeer oproepen.

10. Maak het verschil tijdens de nabewerking

Foto’s die bij slecht weer zijn gemaakt, ogen vaak vlak of grijs, maar in tegenstelling tot zonnige beelden met harde contrasten, bieden deze foto’s veel speelruimte tijdens de nabewerking. Je hebt meer detail in schaduwen én hooglichten, waardoor je subtiel kunt sturen naar de sfeer die jij wilt overbrengen.

Durf in je favoriete fotobewerkingsprogramma te experimenteren met contrast en kleur. Door het contrast voorzichtig te verhogen en de verzadiging iets op te trekken, kun je een ogenschijnlijk somber beeld omtoveren tot een foto vol leven en diepte. Of ga net de andere kant op en versterk het grauwe karakter om de melancholie van het moment te laten spreken.

Ook lokale aanpassingen werken goed: een lichte opheldering op je hoofdonderwerp of een subtiele vignettering kan de blik van de kijker sturen. Wat bij zonnig weer vaak een strijd is met overbelichting, wordt bij regen en mist een uitnodiging tot creativiteit. Slecht weer levert dus niet alleen karaktervolle beelden op, maar ook verrassend veel vrijheid achteraf aan je beeldscherm.