Je camera is niet gemaakt om in koude omstandigheden optimaal te fotograferen, maar met deze tips moet het toch lukken.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag het beste uit de fotografiewereld in je mailbox.

Fototoestellen en de koude zijn geen ideale combinatie. Toch hoeft dat je niet tegen te houden om in de herfst of winter of tijdens een bergvakantie te fotograferen. Met een paar eenvoudige voorzorgsmaatregelen bescherm je je camera én kom je met geslaagde beelden thuis.

1. Duurder is in dit geval beter

Een volledig koudebestendige camera bestaat niet, maar er zijn wel duidelijke verschillen in bouwkwaliteit. De meeste moderne systeemcamera’s zijn redelijk goed bestand tegen kou en vocht, zeker als ze een magnesiumlegering of aluminium body hebben. Zulke metalen frames geven niet alleen stevigheid, maar helpen ook om warmte beter te verdelen en dat is handig wanneer je lange tijd in de kou fotografeert. Instapmodellen gebruiken nog altijd vaker kunststof, wat lichter is maar gevoeliger voor barsten bij extreme temperaturen.

Professionele modellen — denk bijvoorbeeld aan de beste camera’s van Canon of Nikon — zijn voorzien van rubberen afdichtingen rond knoppen, aansluitingen en compartimenten. Die “weather sealing” beschermt tegen sneeuw, lichte regen en opspattend water, maar maakt de camera niet waterdicht. Een regenhoes blijft dus een goed idee bij langdurig slecht weer.

Vergeet ook niet dat de bescherming pas echt werkt als ook je lens en filter weerbestendig zijn. Een goed afgedichte lens voorkomt dat vocht via de bajonetaansluiting binnendringt, en een eenvoudige UV-filter of protectiefilter houdt sneeuwvlokken of druppels tegen zonder dat je optische kwaliteit verliest. Gebruik je liever geen filter, dan kan ook de zonnekap dienst doen als kleine paraplu voor je lens.

Canon camera in de sneeuw
Niet elke camera is weerbestendig. Duurder is in dit geval vaak beter.

2. Let op de temperatuur

Elke camera heeft een temperatuurbereik waarin hij optimaal functioneert. Die specificaties vind je meestal in de handleiding of op de website van de fabrikant. Veel camera’s zijn officieel getest tot 0°C, maar in de praktijk kun je er ook bij lichte vorst nog zonder problemen mee werken. Wordt het echt koud, dan kunnen sommige onderdelen trager reageren: het lcd-scherm kan wat stroperig worden, het touchscreen minder goed reageren, en ook de autofocus kan iets trager werken.

Het is belangrijk om te beseffen dat niet alleen de elektronica, maar ook de mechanische onderdelen (zoals sluiter en diafragmaring) last kunnen krijgen van extreme kou. Vet of olie in het mechanisme kan dan stroperig worden. In de meeste moderne systeemcamera’s vormt dat gelukkig zelden nog een probleem, maar wie met oudere lenzen of analoge camera’s werkt, merkt het verschil meteen.

Hou daarnaast ook rekening met jezelf. Je handen verliezen sneller gevoel in koude omstandigheden, wat het bedienen van kleine knopjes moeilijk maakt. Een paar goed passende handschoenen met grip of een touchscreen-laagje is dan onmisbaar. Ook een nekriem of draagriem met een zachte binnenzijde voorkomt dat de camera te koud aanvoelt tegen je huid of jas.

Extra tip: laat je camera nooit langdurig in een ijskoude auto liggen. De binnentemperatuur van een wagen kan ver onder nul zakken, en de condensvorming bij het terug opwarmen kan schadelijk zijn. Beter is om je toestel bij je te houden, bijvoorbeeld in een gevoerde cameratas dicht bij je lichaam.

fotograaf met camera en telelens fotografeert ijsbergen in de koude
Je camera kan koude temperaturen vaak wel aan, maar met beperkingen.

3. Let op de overgang tussen warm en koud

De echte vijand van je camera is niet de kou zelf, maar de overgang van koud naar warm. Wanneer je van een besneeuwd landschap een warme berghut binnenstapt, ontstaat er condens op én in je toestel. Die kleine waterdruppels kunnen zich ophopen op het sensoroppervlak, in het lensmechanisme of zelfs in het batterijcompartiment.

Om dat te voorkomen, laat je de temperatuur geleidelijk stijgen. De eenvoudigste methode is om je camera bij het binnenkomen in je fototas te laten. De tas fungeert als buffer, waardoor de overgang trager verloopt. Nog beter is om het toestel vooraf in een luchtdicht plastic zak te stoppen (zoals een stevige diepvrieszak) en die pas te openen zodra het toestel op kamertemperatuur is. Zo kan de condensatie zich niet op je camera vormen, maar enkel op de buitenkant van de zak.

Ga je vaak van binnen naar buiten, zoals tijdens een wintersportvakantie of een evenement in de sneeuw, probeer dan te vermijden dat de camera telkens volledig afkoelt en weer opwarmt. Draag hem liever onder je jas, zodat hij dicht bij je lichaamstemperatuur blijft.

Extra tip: als je met meerdere lenzen werkt, wissel die dan pas als de camera droog en op temperatuur is. Een lenswissel op een moment dat er nog vocht in de lucht zit, kan ervoor zorgen dat er condens op de sensor of de binnenkant van de lens ontstaat.

4. Houd het droog

Sneeuw lijkt onschuldig, maar zodra je weer binnenkomt verandert het in water. Dat water kan in knoppen, aansluitingen en naden sijpelen en zo voor blijvende schade zorgen. Droog je camera dus altijd goed af voordat je hem opbergt. Gebruik daarvoor een zachte microvezeldoek en neem de tijd om ook de kleine hoekjes, knoppen en het scherm schoon te maken.

Wil je extra zekerheid, gebruik dan een regenhoes of een eenvoudige plastic zak met een elastiek rond de lensopening. Die houdt je toestel droog tijdens sneeuwval of lichte regen zonder dat je zicht op het onderwerp verdwijnt. In noodgevallen werkt zelfs een plastic supermarktzak, zolang de opening maar goed is afgedicht.

Extra tip: controleer bij thuiskomst of de rubberafdichtingen rond de lensvatting en de klepjes van de geheugenkaart en batterij nog intact zijn. Die kleine details maken vaak het verschil tussen een camera die jarenlang meegaat en een toestel dat na één winterbeurt kuren vertoont.

hond in de sneeuw

5. Wees voorzichtig

De basisregel voor het schoonmaken van je camera en lenzen blijft altijd dezelfde: behandel ze met zachtheid. Een lens is een precisie-instrument met delicate coatings die snel kunnen beschadigen als je onvoorzichtig te werk gaat. Gebruik daarom altijd een schone microvezeldoek of een speciaal lensdoekje, en begin pas met poetsen nadat je loszittend vuil hebt verwijderd.

Sneeuw, ijs of zandkorrels kunnen krassen veroorzaken als je ze over het glas wrijft. Blaas ze liever eerst weg met een blaasbalgje of een zachte borstel. Daarna kun je met lichte, ronddraaiende bewegingen het oppervlak schoonmaken. Als er vlekken achterblijven, gebruik dan een beetje lensreinigingsvloeistof op het doekje, niet rechtstreeks op de lens.

Een lenspen is ook een handig hulpmiddel. Aan de ene kant zit een fijn kwastje waarmee je stof en vuil verwijdert, aan de andere kant een zacht, met koolstof gecoat kussentje om vetvlekken of vingerafdrukken weg te werken. Hou wel in de gaten dat de pen schoon blijft, anders loop je alsnog risico op krasjes.

Vermijd het gebruik van keukenpapier, papieren zakdoekjes of je mouw, hoe verleidelijk dat ook lijkt op een koude dag in de sneeuw. Deze materialen kunnen kleine vezels of harde deeltjes bevatten die het glas beschadigen. Neem liever altijd een kleine lensdoek en een reserve-exemplaar mee in je jaszak of tas, zodat je nooit zonder zit.

model in warme kledij en fotograaf met handschoenen in koude omgeving
Handschoenen of een sjaal zijn vaak nabij, maar gebruik ze niet om je lens proper te maken.

6. Gebruik je lichaamswarmte

Koude en batterijen gaan niet goed samen. Hoe lager de temperatuur, hoe sneller een batterij haar lading verliest. Dat betekent niet dat ze stuk is, maar wel dat ze tijdelijk minder energie kan leveren. Tijdens een winterse fotosessie merk je dat snel: plots daalt het batterijpercentage, ook al was ze kort daarvoor nog halfvol.

Om problemen te vermijden, neem je altijd één of twee reservebatterijen mee. Bewaar die niet in je fototas, maar in je binnenzak of dicht bij je lichaam. Zo blijven ze warm en behouden ze langer hun capaciteit. Wissel regelmatig van batterij als je lang buiten bent, zodat je telkens met een opgewarmd exemplaar verder kunt werken. Wanneer een batterij leeg lijkt, is ze dat niet altijd echt. Door ze even in je jaszak te steken, kan ze opwarmen en vaak nog genoeg energie vrijgeven voor een paar extra opnamen. Dat kan het verschil maken tussen net die ene foto hebben of missen.

Gebruik je een camera die via USB-C kan worden opgeladen, dan is een powerbank een uitstekende oplossing voor lange winterdagen. Kies bij voorkeur een exemplaar dat bestand is tegen lage temperaturen en voorzie een korte kabel om warmteverlies te beperken.

Denk ook aan de batterij van andere accessoires zoals je smartphone, flitser of draadloze zender. Koude tast alle accu’s aan, dus hou ze zo veel mogelijk warm en voorkom dat ze rechtstreeks met koude lucht in contact komen.

cameraman met winterjas, handschoenen en muts
Vaak ben jij de enige warmtebron voor je camera en batterijen.

7. Investeer in de juiste cameratas

Veel moderne cameratassen zijn gemaakt van waterafstotend materiaal en hebben naden die extra zijn afgedicht. Sommige modellen bevatten bovendien een geïntegreerde regenhoes die in een klein vakje zit opgeborgen. Die kun je snel over de tas trekken als het weer omslaat. Controleer wel na elk gebruik of de hoes droog is voordat je ze terug opvouwt, anders ontstaat er schimmel of muffe geur.

Laat natte tassen nooit dicht ritsen na een sneeuw- of regendag. Open ze thuis volledig en haal de camera, lenzen en accessoires eruit zodat alles goed kan drogen. Leg geen doek of handdoek bovenop de tas, want dat houdt vocht juist vast. Luchten is de beste remedie.

Een extra voorzorgsmaatregel is om een paar zakjes silicagel in je tas te bewaren. Die absorberen overtollig vocht en helpen om condens te voorkomen. Als ze verzadigd raken, kun je ze eenvoudig opnieuw activeren door ze kort te drogen op een radiator of in een oven op lage temperatuur.

Fotografeer je vaak in vochtige omstandigheden, overweeg dan een tas met een harde buitenkant. Die beschermt niet alleen beter tegen regen, maar ook tegen schokken en kou. En hoe zorgvuldig je ook bent, controleer na elke uitstap even of er geen druppels in of rond je apparatuur zijn terechtgekomen. Een snelle inspectie voorkomt later grote schade.

Advertentie


Wil je beter leren fotograferen?

Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).

Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in