Fotoachtergrond met model en amerikaanse vlag

De prijsverhogingen blijven momenteel beperkt to de Amerikaanse markt, maar kunnen op lange termijn ook een impact hebben op andere regio's.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag het beste uit de fotografiewereld in je mailbox.

De Amerikaanse markt voor camera’s en lenzen is in korte tijd een stuk duurder geworden. De oorzaak ligt bij de importtarieven die de regering-Trump heeft ingevoerd. Veel cameraproducten worden immers geproduceerd in China, Japan en Thailand, landen die op het moment van schrijven met respectievelijk 10, 15 en 19 procent belast worden. Fotografen in Europa merken hier voorlopig niets van in hun portemonnee, maar de situatie toont hoe gevoelig de wereldwijde cameramarkt is voor politieke beslissingen.

Nikon verhoogt prijzen Z-camera’s

Nikon, dat voornamelijk produceert in Thailand en China, verhoogde in juni al de prijzen van lenzen, maar sinds deze week zijn ook de populaire Z-systeemcamera’s flink duurder. Vooral de high-end Nikon Z8 en Z9 werden enkele honderden dollars duurder. Nog opvallender is dat ook goedkopere modellen, zoals de nieuwe Z5 II en retro-modellen als de Zf en Zfc, met zo’n tien procent stegen. Bij de Z6 III viel de prijsstijging dan weer samen met het aflopen van een kortingsactie, waardoor het verschil voor Amerikaanse fotografen nog groter werd.

Ook Fujifilm opnieuw verplicht tot prijsstijging

Fujifilm (met productie in Japan en China) heeft in juli de eerste verhogingen doorgevoerd en daar komt nu een tweede ronde bovenop. De X-T5, nog steeds een van de populairste all-round camera’s van het merk, werd bijvoorbeeld zo’n vijf procent duurder, terwijl ook de middenformaatcamera’s van de GFX-serie meer kosten. Lenzen zijn eveneens getroffen, met stijgingen die variëren van enkele tientallen tot honderden dollars, afhankelijk van het model. Vooral bij de duurdere objectieven loopt dit bedrag flink op.

Canon en Sony verhoogde prijzen eerder al

Canon USA paste eerder al de prijzen voor bijna alle camera’s en lenzen aan. De EOS R3 kreeg de grootste klap en steeg van net geen 4.000 dollar naar meer dan 5.300 dollar, goed voor een prijsverhoging van meer dan een derde. Ook andere modellen zoals de EOS R1 en R5 Mark II werden duurder, al zijn die stijgingen minder spectaculair.

Sony hield de eerste golf van prijsverhogingen beperkt, maar sinds juli is bijna het volledige assortiment in de VS duurder geworden. De gemiddelde stijging bedraagt dertien procent, met uitschieters tot boven de dertig procent. Zelfs modellen die aanvankelijk buiten schot bleven, zoals de A7R V, kosten nu enkele honderden dollars meer. Daarmee liggen de Sony-stijgingen zelfs iets hoger dan die van Nikon en Fujifilm. We verwachten in 2025 nog steeds de Sony A7V te zien als het nieuwe full-frame instapmodel van Sony en ook hier is het afwachten wat de uiteindelijke prijs zal worden.

Hoe werken de Amerikaanse tarieven op cameramateriaal?

Importtarieven zijn belastingen die de Verenigde Staten opleggen aan goederen die uit andere landen worden ingevoerd. Het idee is om buitenlandse producten duurder te maken, zodat Amerikaanse producten aantrekkelijker worden. Voor camera’s en lenzen werkt dat in de praktijk natuurlijk niet, want er bestaan weinig of geen Amerikaanse alternatieven. Het gevolg is dat fabrikanten de hogere kosten simpelweg doorrekenen, waardoor consumenten in de VS meer betalen voor hetzelfde toestel.

De huidige tarieven liggen voor veel landen rond de 10%, maar er hangen verdere verhogingen in de lucht. Voor Japanse producten kan dat oplopen tot 24%, en voor import uit landen als Thailand en Vietnam zelfs nog hoger. Of die verhogingen er effectief komen, hangt af van onderhandelingen tussen Trump en de betrokken landen.

Wat betekent dit voor Europa?

Voorlopig blijven Europese prijzen stabiel, maar het is afwachten of de impact van de tarieven indirect voelbaar zal worden. Amerikaanse consumenten kunnen bijvoorbeeld meer interesse gaan tonen in het aankopen van materiaal in Europa, wat een impact kan hebben op de prijzen van nieuwe producten, maar ook op het aanbod op de tweedehandsmarkt. Dit zie je nu bijvoorbeeld ook in Japan, waar het door de zwakke Yen momenteel veel goedkoper is om camera’s aan te schaffen. Verder werken camera- en lensproducenten wereldwijd met dezelfde productieketens. Als het moeilijker wordt om in de Verenigde Staten camera’s en lenzen te verkopen door de hogere prijs, kan dat op termijn ook gevolgen hebben voor de prijszetting in andere regio’s.

Advertentie


Wil je beter leren fotograferen?

Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).

Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.


LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in