De Farne Islands zijn een paradijs voor vogelfotografen. Papegaaiduikers, sternen,.. Je komt ze allemaal tegen tijdens een boottocht vanuit Seahouses.
De Farne Islands zijn een eldorado voor elke vogelfotograaf. Je vindt er enorme broedkolonies van tienduizenden vogels. Soorten als de alk, de drieteenmeeuw en de clowneske papegaaiduiker zijn op korte afstand (soms maar enkele meters!) te observeren en te fotograferen.
Aan de
oostkust van Noord-Engeland bevindt zich een van de mooiste
wildlifebestemmingen in Europa: de Farne Islands. Op een afstand van twee tot
zeven kilometer uit de kust van de Engelse county Northumberland liggen 28
eilanden, waarvan ongeveer de helft alleen zichtbaar zijn bij laag tij. Ze
hebben prachtige namen als Elbow, Nameless, Fang en Blue Caps en vormen een uniek
zeevogelgebied. De Farne Islands zijn internationaal erkend als een van de
belangrijkste broedplaatsen voor zeevogels in Noord-Europa. Ben je een fervent
vogelfotograaf, dan moet je deze eilandengroep dus zeker eens bezoeken.
Een bezoek aan de Farne Islands via Seahouses
Het plaatsje
Seahouses is de plek van waaruit de boottrips naar de Farne Islands geboekt
kunnen worden. Dit kan bij een van de twee rederijen in de haven van Seahouses.
Met een klein bootje, waar ongeveer veertig mensen in passen, kun je vandaaruit
een fraaie tocht langs de eilanden maken. Het is een echt avontuur en een
ongelooflijke ervaring om langs de rotsen op te varen en al die prachtige
zeevogels waar te nemen. Tijdens zo’n tocht voorzien gidsen je van nuttige en
interessante informatie over de geschiedenis van de eilanden en zijn bewoners.
f/6.3, 1/250, ISO 320, 210 mm op cropcamera
Nog mooier
wordt het als je aan land gaat. Dit gebeurt tijdens een trip op twee eilanden:
de Inner Farne en Staple Island. Houd er rekening mee dat je bij een bezoek aan
beide eilanden ook een kleine toegangsprijs betaalt aan medewerkers van het
National Trust, de organisatie die onder meer toezicht houdt op de bezoekers.
Het welzijn van de vogels heeft natuurlijk prioriteit, dus volg te allen tijde
de adviezen van de medewerkers van het National Trust op. De beste tijd om de
eilanden te bezoeken is van mei tot augustus. Dat is de periode dat de jongen
van de verschillende vogelsoorten geboren zijn. Dan is er veel activiteit en
zie je ouders met vis regelmatig aanvliegen.
Op de eilanden
worden de looproutes aangegeven met een blauw touw. Let er bij regenachtig weer
op dat de rotsen glibberig worden; je moet dan echt wat rustiger en voorzichtig
lopen om een valpartij te voorkomen. Ook moet je er rekening mee houden dat
vaarten bij zeer slecht weer niet doorgaan – zelfs in de zomer komt dat weleens
voor. Mocht de boot een dag niet varen, dan zijn er aan het strand bij
Seahouses nog altijd leuke onderwerpen te fotograferen. Je hoeft je dan zeker niet
te vervelen. Een fotogeniek onderwerp is bijvoorbeeld de eidereend, waarvan het
mannetje een prachtig verenkleed heeft. Ze laten zich rondom de haven bijzonder
goed van dichtbij observeren.
Hoofddeksels
op
Wellicht ga ik
je nu de beste tip van het artikel geven. Op Inner Farne broeden namelijk de
Noordse sterns. Zodra je van de boot stapt, kom je ze meteen tegen. Het zijn prachtige
wit-grijze vogels met een zwarte kop, rode snavel en pootjes. Ze nestelen onder
andere naast en soms op zelfs op het looppad. En ze verdedigen hun nesten met
verve tegen nietsvermoedende toeristen. Als ware kamikazepiloten storten ze
zich dan met hun scherpe snavel op de hoofden van toeristen. Tot bloedens toe …
bij de toeristen! Bescherming is dus vereist. Eenmaal voorbij de nesten van de
sterns wordt het wat rustiger, althans wat betreft ongewenste vogels die het op
je hoofd voorzien hebben. Verderop het plateau van het eiland bevinden zich
namelijk onder andere de papegaaiduikers en kuifaalscholvers.
De
papegaaiduikers broeden in holen in het vlakke grasland en de kuifaalscholvers
hebben hun nesten op de rotsen langs de klifwanden. Vanaf mei vliegen de
papegaaiduikers af en aan met hun snavel vol met visjes. Als kleine bommetjes
laten ze zich vlakbij hun hol uit de lucht vallen en proberen zo snel mogelijk
in hun hol te verdwijnen. Kapers zijn namelijk op hun buit uit: kokmeeuwen
proberen bij de papegaaiduikers hun vangst, de visjes, te ontfutselen en daarbij
gaat het er bepaald niet zachtzinnig aan toe.
Het is prachtig
om al die broedkolonies van zeevogels op korte afstand te bewonderen. Een
kakofonie aan geluiden overstelpt de pratende toeristen. De vogels lijken zich
niks aan te trekken van de menselijke bezoekers. Allerlei gedrag kun je dan
bewonderen: balts, begroetingen, paring, het voeren van de jongen. De tijd
vliegt voorbij tijdens zo’n bezoek en helaas moet je ook de klok in de gaten
houden om op tijd weer terug te zijn bij de boot.
Petjes en hoedjes op als de Noordse sterns aanvallen! f/9, 1/500, ISO 250, 210 mm op cropcamera.
Bezoek aan Staple island
Aan de rand
van de rots op Staple island loopt een touw: om de rust voor de broedende
vogels te waarborgen en als duidelijke markering voor de veiligheid van de
toeristen. Op dit eiland verblijft onder meer de kuifaalscholver, die iets kleiner
is dan ‘onze’ aalscholver. Hij heeft een dunnere snavel en mist de naakte
washuid tussen het oog en de snavel. Je vindt deze soort vooral aan de kusten
en slechts zelden in het binnenland. In tegenstelling tot de noordse sterns die
naar de hoofden van toeristen duiken, trekken vogels zoals de papegaaiduiker en
de kuifaalscholver zich ogenschijnlijk niks aan van de menselijke bezoekers. Dat
geeft je als fotograaf veel mogelijkheden om gevarieerd beeld te maken: de dieren
gaan gewoon hun gang en laten zich tot zeer dicht benaderen – zelfs met het
groothoekobjectief.
Tijdens mijn
bezoek viel mij één kuifaalscholver meteen op. Hij stond er als een standbeeld
bij, met op de achtergrond de rots met zeekoeten en drieteenmeeuwen. Een prachtige
gelegenheid om de kuifaalscholver in zijn biotoop met een groothoekobjectief te
fotograferen. De kuifaalscholver heeft een donker verenkleed en om hierin meer
kleur en detaillering te krijgen heb ik de ingebouwde flitser gebruikt als
invulflits. De flitser heb ik hiervoor ingesteld op -2EV, zodat het flitslicht
niet te nadrukkelijk aanwezig is. Het gebruikte diafragma van f/16 zorgde voor
voldoende scherptediepte om ook de achtergrond duidelijk in het beeld te laten
meespelen. Omdat ik de camera iets voorbij de kabel moest houden – om deze niet
in beeld te krijgen – kon ik niet meer door de zoeker kijken. Daarom heb ik de
Live View op de camera gebruikt om zo het beeld te kunnen kadreren.
In een statige houding poseert de kuifaalscholver op de rots, hoog boven de zee. f/16, 1/200, ISO 250, 10 mm op cropcamera
Twee is meer dan een
Als fotograaf
hebben we de neiging om bij het
fotograferen van dieren te kiezen voor het afbeelden van een individu.
Het voordeel daarbij is dat de aandacht primair uitgaat naar het
hoofdonderwerp: het dier. De omgeving kan dan minder invloed op het beeld
uitoefenen, storende elementen worden dan buiten beeld gehouden. Maar dieren
die in groepen leven, bieden ook mogelijkheden om het beeld interessant te
maken. Denk bijvoorbeeld aan de interactie tussen de dieren. Ook kun je als
fotograaf gaan spelen met scherp en onscherp. Bijvoorbeeld een dier op
achtergrond scherp en een dier op de voorgrond onscherp, of andersom. Door het
repeterend effect wordt het beeld sterker en zal het meer aanspreken. Meestal
werkt dit het beste als de dieren op een niet al te grote afstand achter elkaar
staan, waardoor de onscherpe vogel wel herkenbaar wordt weergegeven. Natuurlijk
heb je daar als fotograaf geen invloed op en is het rustig wachten totdat de
dieren op de juiste plekken in het beeld staan.
Elk weer is
fotografieweer, zeg ik altijd, en op een bewolkte dag tijdens mijn trip naar
Farne Islands ontstond de mogelijkheid voor high-keybeeld. De bewolkte lucht
kan dan prima als neutrale achtergrond dienen. Belicht je echter op de automaatstand
van de camera, dan wordt deze grijs in beeld weergegeven. Dat willen we niet: juist
bij high key beeld mag het beeld fris wit zijn. Door de belichting aan te
passen met gemiddeld +2 EV wordt die grijzige lucht lekker helder wit.
Papegaaiduikers wachten op de rots en zorgen voor een herhaling in beeld. f/7.1, 1/1000, ISO 200, 370 mm op cropcamera
Het beste
werkt het om gewoon rustig op de rots te gaan zitten, te genieten van alle
vogels om je heen en te wachten totdat de houding van een paar vogels naar wens
is. De camera op statief laten staan, met de lens op de vogels gericht is dan
het meest relaxt fotograferen. Zodra zich een fotogeniek moment voordoet, kun
je met die opstelling meteen reageren. Probeer wel altijd op het oog van de
vogel scherp te stellen, want dat is het deel dat normaliter scherp moet zijn.
Vooral als de vogel naar je kijkt, loop je meer het risico dat de AF-sensor zich
op de snavel richt, wat het beeld niet ten goede komt. De meeste camera’s zijn
tegenwoordig uitgerust met een overvloed aan AF-focuspunten. Bij het fotograferen
van vliegende vogels is het zeker handig om meerdere focuspunten te gebruiken,
maar bij portretten van vogels kies ik altijd voor één punt. Daarmee kan ik nauwkeurig
op het oog mikken, zodat de scherpte en de aandacht op het goede punt komt te
liggen.
Tips voor betere vogelfoto’s
Vogelfotografie
vraagt om lange lenzen. En lange lenzen vragen om statieven. Maar niet altijd.
Ik fotografeer graag laag boven de grond en op ooghoogte van mijn onderwerpen,
omdat ik dan de gewenste onscherpte in de voor- en achtergrond krijg en zo het
beeld een stuk rustiger wordt. Bij mijn Leofoto-statief kan ik de poten
horizontaal plaatsen, waardoor ik een laag standpunt heb. Maar het kost tijd om
daarna – voor een andere compositie – met
de camera iets omhoog te gaan door de hoek van de statiefpoten te verzetten. Die
tijd geeft je onderwerp je niet altijd; soms moet je zeer snel van positie en
hoogte kunnen veranderen. Toen ik bij een plek zat waar de papegaaiduikers
broeden, te midden van groene vegetatie, vond ik het toch handiger om zonder
statief te werken. Dan zat weer een papegaaiduiker links van me, dan weer
rechts, en vaak maar heel even. Op een gegeven moment zat een vogel kortstondig
fotogeniek op een rotsrichel en voor hem was frisgroene vegetatie aanwezig.
Vlug, voordat de vogel er weer vandoor zou gaan, heb ik de camera van het statief
gehaald. Ik heb de ISO iets verhoogd om een snellere tijd te kunnen instellen –
om uit de hand te kunnen fotograferen –
en de VR-functie van mijn objectief op ‘on’ gezet. Toen heb ik de hoekzoeker
op het oculair geplaatst en vervolgens ben ik door m’n knieën gegaan. Daarna heb
ik snel gezocht naar de juiste hoogte, waarbij de vogel net boven een onscherpe
rand van de vegetatie uit zou komen: een vage voorgrond geeft rust aan het
beeld en maakt het een stuk prettiger om naar te kijken. Steunend op mijn
ellebogen en dankzij de VR-functie van mijn objectief lukte het mij om een
aantal scherpe beelden te maken. Niet lang na de foto vond de papegaaiduiker
het welletjes en koos weer het luchtruim.
Laag over het gras zorgt voor een mooie onscherpe voor- en achtergrond. f/7.1, 1/1600, ISO 250, 400 mm op cropcamera
Het weer op de Farne Islands
Bij een bezoek
aan de Farne Islands kun je typisch Engelse weersomstandigheden verwachten. Dat
betekent dat het kan regenen, soms dagenlang. Behalve dat je dan voorzichtiger
over de natte rotsen moet lopen, hoeft dat voor de fotografie van de vogels
geen enkel probleem te zijn. Die regenval kan zelfs aan de zeggingskracht van
het beeld toevoegen. Denk maar eens aan mooie strepen van regenval en vogels
met hun verenkleed vol met druppels. Prachtig! Uiteraard moet je je op dat
soort omstandigheden kleden met goede waterdichte kleding. Die moet bovendien
warm zitten: je koelt immers snel af omdat je niet zoveel beweegt.
Waterdruppels op het verenkleed van de kuifaalscholver zorgen voor een mooi accent. f/5.6, 1/160, ISO 200, 400 mm op cropcamera
Ook de
apparatuur moet goed tegen de regen worden beschermd. Hiervoor zijn allerlei
regenhoezen van verschillende merken te koop. Het voordeligst zijn de plastic
hoezen en die functioneren prima. Als ze transparant zijn, kun je zelfs je
apparatuur zien – handig om bepaalde knopjes te bedienen. Een nadeel is dat ze
niet lang meegaan, ze scheuren relatief snel. Degelijke regenhoezen met een
langere levensduur zijn van stof gemaakt met aan de binnenkant een waterdichte
laag. Deze gaan bij normaal gebruik vele jaren mee. Sommige hoezen hebben ook
aan de rechterzijde – soms ook de linkerzijde – een opening waarin je je hand
kan steken om zodoende de camera beter te kunnen bedienen zonder dat deze nat
wordt. De regenhoezen werken het fijnst bij vaste brandpuntobjectieven.
Bij
zoomobjectieven verandert de lengte en daarbij draait de zoomring ook nog rond.
Dat is onhandig met een regenhoes die vastzit aan de lens. Het is ook raadzaam
om op regenachtige dagen een doek mee te nemen, waarmee je het water, dat
ondanks de regenhoes de apparatuur heeft weet te bereiken, van het objectief en
de camera kan vegen. Houd bij harde wind en regen ook de frontlens in de gaten.
Hier komt vaak water op terecht, wat vervelende vlekken in beeld kan opleveren.
Bovendien kan het doorlekken in het objectief en het zo beschadigen. Op termijn
kan dat zelfs schimmel in het objectief veroorzaken.
De papegaaiduiker in vlucht
Met al die
vliegende vogels om je heen wil je natuurlijk ook vogels in vlucht
fotograferen. Met de juiste camera-instellingen is dat helemaal niet moeilijk. Op
deze locatie ben je niet afhankelijk van één vogel die even voorbij vliegt,
maar zijn er legio kansen om te oefenen. Vooral in het begin zal dat oefenen om
de vogel in beeld te houden even tijd kosten, maar weldra wordt je er steeds
handiger in. De camera zet je op diafragmavoorkeur (A of AV, afhankelijk van
het merk), en je houdt dan de sluitertijd in de gaten. Bij het fotograferen van
vliegende vogels is een sluitertijd tussen de 1/750 en 1/2000 seconde
noodzakelijk voor een scherp beeld. Een kleine, snelle papegaaiduiker op volle
snelheid vraagt een kortere sluitertijd dan eentje die net voor de landing
afremt. Merk je dat de tijd niet snel genoeg is, dan vergroot je het diafragma.
Is de tijd dan nog niet voldoende, verhoog je de ISO. Veel moderne camera’s
kunnen prima op ISO 800 of nog hoger worden ingesteld zonder dat er overmatig
veel ruis optreedt. Mocht je toch te veel ruis in beeld hebben, dan is deze te
minimaliseren in een fotobewerkingsprogramma. De camera dien je op de
continu-AF stand, ook wel Servo AF, te zetten. Hiermee blijft de camera de
vogel scherp in beeld houden als je de ontspanknop half indrukt. In plaats van
één focuspunt is het beter om meerdere AF-punten te gebruiken zodat de kans
minder groot is dat je naast de vogel richt en de AF doorschiet naar de
achtergrond.
De snelle papegaaiduikers in vlucht zijn een uitdaging voor de fotograaf. Gelukkig krijg je veel kansen! f/7.1, 1/2500, ISO 320, 400 mm op cropcamera
Voltreffer
De noordse
stern komt zowel voor in het gehele Arctische en Antarctische gebied. In de
lage landen is hij een zeldzame broedvogel, maar op de Farne Islands komt hij
in groten getale voor. Beroemd is zijn vermogen om lange afstanden te vliegen.
Ooit werd een noordse stern die op de Farne Islands was geringd, in Melbourne
in Australië weer gespot. Hij bleek in amper drie maanden meer dan 22.000
kilometer te hebben gevlogen! Op de Inner Farne, het grootste eiland van de
Farne Islands, broedt de noordse stern zelfs vlak naast het pad. Bij dit pad
worden de bezoekers dan ook continu belaagd door de noordse sterns die hier hun
nest verdedigen. Dit gaat gepaard met duikvluchten waarbij ze op je hoofd
pikken. Een hoofddeksel is, zoals ik eerder al schreef, absoluut een must om je
hoofd te beschermen. Opmerkelijk is dat de noordse sterns profiteren van de
bezoeken van de toeristen.
Uit onderzoek
bleek dat de broedresultaten van de sterns die langs de paden broeden bijna 100
procent is. Blijkbaar blijven daar de meeuwen weg vanwege de aanwezigheid van mensen.
De eieren en kuikens zijn vlak naast de paden veiliger voor deze rovers.
Omdat de
sterns dicht boven mijn hoofd vlogen, kreeg ik het idee om tijdens een aanval
er een met mijn groothoek te fotograferen. Door de continu-AF-stand te
gebruiken bleef de vogel scherp in beeld terwijl deze boven mijn hoofd op mij
af dook. De ingebouwde flitser heb ik gebruikt om nog wat scherptediepte in de
vogel te krijgen en de langzame sluitertijd zorgde voor de beweging in de vleugels.
Daardoor werd het beeld dynamischer. Daarnaast zorgt het extra flitslicht voor
opheldering van de donkere schaduwen onder de vleugels en het lichaam van de
stern. Na een aantal foto’s van de duikvluchten van de stern naar mijn hoofd
werd het zoekerbeeld plotsklaps wit … de stern had zijn uitwerpselen precies op
mijn lens en hoed laten vallen. Ook een voltreffer!
Noordse stern valt de fotograaf aan. f/10, 1/250, ISO 100, 20 mm op cropcamera
Praktische
informatie Farne Islands
In welke periode bezoek je Farne Islands?
De
eilanden zijn geopend van 1 april tot 30 september, maar de beste tijd om te
bezoeken is van mei tot augustus.
Hoe geraak je op de Farne Islands?
Van Newcastle kan je met de auto in ongeveer anderhalf uur naar Seahouses rijden. Neem voor de autorit voldoende tijd en rijd niet gehaast, omdat je eraan zult moeten wennen dat het verkeer aan de andere kant van de weg rijdt.
Een
bootreis naar Newcastle vanuit IJmuiden is de meest voor de hand liggende
manier om de Farne Islands te bereiken.
De overtocht duurt ongeveer vijftien uur. Het vertrek is vroeg in de
avond, zodat je in de volgende ochtend in Newcastle aankomt. Op de boot kun je ook
je eigen auto meenemen.
Overnachten in Seahouses
Seahouses
is een toeristisch, maar leuk havendorpje en de plek van waaruit de boottrips
naar de Farne Islands kunnen worden geboekt. In het dorp en haar omgeving zijn
genoeg B&B’s en hotels voor overnachtingen te vinden. De lokale restaurants
beperken zich vooral tot de bekende fish and chips. Weinig keuze, maar wel
heerlijk verse vis.
Klimaat en kleding
In mei
ligt de gemiddelde temperatuur rond de 14 graden Celsius, in augustus rond de
19 graden. Houd rekening met lagere gevoelstemperaturen, omdat het boven op de
klifs aardig kan waaien. Ook valt er nog wel eens regen. Warme kleding en een regenjas
zijn aan te bevelen, evenals wandelschoenen met een goed profiel vanwege de
mogelijke gladde rotsen.
Elektriciteit
Voor Groot-Brittannië heb je een verloopstekker nodig; men gebruikt stopcontacten van het type G. Het is dus noodzakelijk om een wereldstekker of adapter mee te nemen.
Over Edwin Giesbers
Benieuwd naar nog meer beelden van Edwin Giesbers? Bezoek dan zeker zijn website of lees een van zijn andere artikelen voor Shoot. Zijn reportage over zijn safari naar Tanzania bijvoorbeeld doet je dromen van verre reizen en exotische dieren.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke woensdag en vrijdag het beste uit de fotografiewereld in je mailbox.
Shoot wil van elke lezer een betere fotograaf maken. Daarbij kiezen we voor een praktijkgerichte aanpak met realistische onderwerpen. Ervaren fotografen, die bekend staan als de top in hun vak, delen in Shoot hun kennis. Een begrijpelijke uitleg en praktische tips helpen jou als lezer om betere foto’s te maken. Van glamourportret tot straatbeeld, van reisreportage tot concertshot.