Zeker in het genre van straatfotografie is timing erg belangrijk. Hoe vind je dat ideale moment?
Eén eenduidige definitie van straatfotografie bestaat niet. Het genre is een mengelmoes van verschillende stijlen: van onbevangen documentairefoto’s tot geposeerde straatportretten, het kan allemaal. Al is niet elke foto die je op straat maakt straatfotografie. Denk maar aan de vele toeristen die bezienswaardigheden fotograferen, of aan eventfotografie. Waar het op neerkomt is: je legt het alledaagse leven vast in het publieke domein. Op straat dus. Maar eigenlijk is een juiste definitie van het genre niet zo belangrijk. Van tel is het plezier dat je beleeft aan op pad gaan met je camera. Wel nog even deze disclaimer: straatfotografie is niet voor iedereen weggelegd. Bij sommige fotografen breekt het zweet uit als ze mensen moeten fotograferen, anderen leven ervan op. Ik behoor tot de laatste categorie. Wat mij aantrekt in straatfotografie is het onverwachte: mensen, taferelen, composities … proberen te zien en vast te leggen. Al moet ik af en toe zelf ook drempels overwinnen om met al die onbekende factoren om te gaan. Aan de hand van deze tien foto’s leg ik je uit hoe ik te werk ga.
1. Afwachten of snel afdrukken?
Meestal loop ik wat rond in een buurt en laat ik de dingen op me afkomen. Soms ga ik op een bankje zitten om alle indrukken in me op te nemen. Vaak komen er dan vanzelf interessante mensen voorbij of voltrekken zich er boeiende taferelen. Als me een mooie compositie in het straatbeeld opvalt, kan het zijn dat ik daar een tijdje afwacht tot iets of iemand voorbijkomt om het beeld wat dynamischer en menselijker te maken. Dat deed ik ook bij het openingsbeeld. Hier zag ik de mooie schaduwlijnen en wachtte ik tot er een passant voorbijkwam. Net op moment dat het hoofd van deze mevrouw in de schaduwlijn viel, drukte ik af. Ik posteerde me onopvallend aan de overkant van de straat zodat ik de voorbijgangers op een onbevangen moment kon vastleggen. Of ik eerst voorbijgangers fotografeerde waarbij ik net het moment mistte? Ja hoor. Straatfotografie is vooral veel uitproberen. Soms is het zelfs beter om een foto die maar niet wilt lukken, los te laten en verder te gaan.
2. Stel jezelf open
Misschien is dit wel de belangrijkste tip: stel jezelf open als je op pad gaat en probeer alles in je op te nemen. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar hoe doe je dat dan? Zelf probeer ik me geen verwachtingen of doelen op te leggen als ik aan straatfotografie doe. Het zorgt er bij mij alleen maar voor dat ik de druk heel hoog leg, en niet meer opensta voor alles wat rondom me gebeurt. Omdat je dan de focus legt op de foto die je absoluut wilt hebben, mis je andere zaken. Het is natuurlijk niet slecht om op voorhand al enkele beelden in je hoofd te visualiseren, maar fixeer je er niet op.
Meestal wandel ik rond met de camera rond mijn nek. Zo weten mensen meteen dat ik daar ben om foto’s te maken. Soms is de camera ook een conversation starter. Deze jongen is een van de jongens van de vorige foto. Zij zagen me voorbijwandelen en vroegen me zelf om een foto. Achteraf heb ik hen uiteraard gevraagd of ik de foto’s mocht gebruiken om te publiceren.
3. Mensen aanspreken
Een van de onderdelen van straatfotografie die ik het liefste doe, is straatportretten maken. Al moet ik hierbij mijn eigen angst om mensen aan te spreken, overwinnen. Maar mijn ervaring leert dat iedereen wel een verhaal heeft en de meeste mensen openstaan om op de foto te gaan.
Zo kwam ik op een keer Yvette tegen in Luik. Ik wandelde met mijn camera rond op de markt, de ideale plaats om veel verschillende soorten mensen te fotograferen. Yvette stond langs me, net in dat beetje zonlicht dat op het kraampje en haar viel. Ik vond het zo’n mooi zicht dat ik een gesprek met haar aanknoopte. Na een tijdje vroeg ik of ik een foto mocht maken en dat zag ze helemaal zitten. Ik vind het belangrijk om de tijd hiervoor te nemen, want je ‘model’ wil je met respect behandelen
4. Neem de tijd
Op een van mijn omzwervingen kwam ik ook Serife tegen. Toen ik voorbij wandelde, liet ze net in haar mandje eten naar beneden zakken voor haar Turkse buurman. Later in ons gesprek vertelde Serife me dat ze met plezier een portie meer kookt voor haar Turkse buurman die alleen woont. Ze noemt hem ‘pa’ omdat hij altijd voor haar klaarstaat. Dat vind ik wellicht het mooiste aan straatfotografie, de verhalen die naar boven komen als je even de tijd neemt om je open te stellen.
5. Beloon je model
Het is trouwens handig is als je een kaartje met je gegevens kan afgeven. Als ik straatportretten maak, vraag ik ook steeds of mijn ‘modellen’ de foto al even willen zien op het schermpje en ook graag willen hebben. Ik vind het een kleine moeite om die nadien digitaal op te sturen.
6. Met of zonder mensen?
Moeten er altijd mensen op de foto staan? Voor mij hoeft dat niet. Soms kan een tafereel, uitzicht of – in dit geval – een speciale gevel iets vertellen over het straatleven. Het geeft een glimp van menselijkheid weer zonder dat er echt mensen op staan. In dit beeld gaven het witgroene luifel, het ouderwetse opschrift en de donkere wolken mij een bijzonder gevoel. Wie of wat er achter de gevel schuilt, zal altijd een geheim blijven. Maar niets houdt je tegen om daar je eigen verhaal bij te verzinnen.
7. Je camera
“You don’t take pictures with your camera. You take pictures with your mind and heart.” Deze uitspraak is van de fotograaf Arnold Newman, en daar kan ik me helemaal in vinden. Je hoeft niet het duurste materiaal aan te schaffen om foto’s te maken, het belangrijkste ben jijzelf. Voor straatfotografie gebruik ik een compacte camera, mijn Fujifilm XT-4. Iets in de beeldkeur en looks van het toestel trekken me enorm aan. Het lijkt gewoon te passen bij de sombere stijl van foto’s die ik graag maak. De camera is ook licht en onopvallend, ideaal om mee op straat rond te lopen.
Meestal neem ik ook maar één lens mee waarmee ik alles vastleg, dat is mijn 35mm f/1.4-lens. Het geeft context mee aan het beeld zodat je een verhaal kan vertellen. En als het nodig is, ga ik zelf dichterbij. Dan denk ik altijd aan de uitspraak van de topfotograaf Robert Capa: “If your pictures aren’t good, you aren’t close enough.” Het is altijd weer een stap die ik moet overwinnen, maar ik probeer toch dichterbij te komen.
Handig aan mijn camera is het uitklapbare lcd-scherm. Deze foto maakte ik op borsthoogte. Doordat ik van bovenaf naar het schermpje kon kijken, zag ik wat in beeld was. Wie deze personen zijn, vond ik niet zo belangrijk. Maar de alledaagse combinatie van het schoeisel van dit gezelschap, de blinkende jas, de grote handtas … trokken me wel aan. Een snapshot in het voorbijwandelen, een vluchtig moment toch vastgelegd.
8. Weer of geen weer?
Behalve stortregen is er bij straatfotografie geen enkele weersomstandigheid die me tegenhoudt. Als de zon schijnt, vind ik het fijn om te spelen met licht en schaduw. Het liefst ga ik op pad net voor de avond valt of als het bewolkt is. Het leven gaat dan in een soort schemerzone waar ik van hou en het geeft mijn beelden die ruwe, soms wat grimmige sfeer waar ik naar op zoek ben. Bij dit beeld stond er een sterke wind, en net toen ik voorbijkwam zag ik dit gordijn wapperen. Het gaf iets breekbaar en poëtisch aan de ruwe Brusselse buurt waar ik net door wandelde. Een teken van leven in een voor de rest doodstille straat.
9. Zwart-wit of kleur?
Meestal kies ik voor kleur als ik straatfoto’s maak. De kleuren zijn een meerwaarde om de sfeer over te brengen. Maar als ik de focus wil leggen op iets, kies ik af en toe voor zwart-wit. Ook voor portretten kan zwart-wit heel indrukwekkend zijn. Deze foto trok ik in het station van Hasselt. De omgeving was hier minder belangrijk, het lopende jongetje des te meer. Door de kleur eruit weg te trekken, wordt het beeld tijdlozer. Het deed me terugdenken aan mijn eigen kindertijd.
Een ode aan het onverwachte
Om af te sluiten nog dit citaat van Diane Arbus, de Amerikaanse documentaire- en straatfotograaf die ontelbaar veel straatportretten maakte. “My favourite thing is to go where I’ve never been”. Of je nu ver gaat of dichtbij, laat je verrassen door wat rondom je gebeurt. Er schuilt heel wat moois in het alledaagse, soms moet je gewoon even stil staan om het te zien.
Wil je beter leren fotograferen?
Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).
Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.