De rode eekhoorn kennen we allemaal, maar de Siberische grondeekhoorn is een stuk minder gekend. Zo fotografeer je ze allemaal.
De rode eekhoorn kennen we allemaal. Maar zijn kleine broer in gestreepte outfit, de Siberische grondeekhoorn, is een stuk minder gekend. In dit artikel neem ik je mee naar een plek waar je het diertje kan vinden. Ik vertel je natuurlijk ook hoe je hem én de ‘gewone’ eekhoorn het best vastlegt.
De kleine, gestreepte Siberische grondeekhoorn leeft al vele jaren lang in België en Nederland en wordt ook wel chipmunk genoemd. Het is een prachtig fotogeniek eekhoorntje dat – vandaar zijn naam – vooral op de grond leeft. Ik spotte hem voor het eerst toen ik in maart van dit jaar in het Wandelbos nabij Tilburg liep. Het was nog wat guur en de bomen waren nog kaal. Aan de struiken kwam al frisgroen blad tevoorschijn. Er was mij verteld dat hier een prachtig eekhoorntje voorkomt, dat zich heel goed van dichtbij laat fotograferen. Veel beter dan op andere plekken waar zich kleine populaties bevinden. De eekhoorns gaan rond eind oktober, begin november in winterslaap en komen in maart weer uit hun grondholen tevoorschijn. Nou, dat wilde ik natuurlijk wel eens zien!
De term Siberische in de naam doet vermoeden dat ze uit verre oorden komen. Dat klopt, want het kleine eekhoorntje heeft zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied in de Aziatische taigazone. Het verhaal gaat dat bij de sluiting van het voormalige Burgers Dierenpark in Tilburg in 1972 ongeveer 250 Siberische grondeekhoorns zijn ontsnapt. De kist waarin de dieren naar andere parken verhuisd werden, zou zijn kapot gevallen. Nicole van Dijk, de dochter van de toenmalige eigenaar van het dierenpark, vertelt dit in haar boek Het Tilburgs Dierenpark. De Siberische eekhoorn is dus inderdaad een exoot.
Er zijn tot nu toe geen directe aanwijzingen voor zijn effect op andere soorten, zoals de gewone (rode) eekhoorn. De dieren leven hier en in de aaneengesloten gebieden Oude Warande en Vredelust-Heidepark harmonieus samen. Overigens zijn in het Wandelbos nog meer exoten te ontdekken. Het gebied werd ooit, in 1917, als stadspark ontwikkeld door landschapsarchitect Leonard Springer. Hij heeft er ook bomen uit Noord-Amerika laten aanplanten, zoals mammoetbomen, moerascipressen en sequoia’s. Tijdens mijn wandeling zag ik bij de parkvijver een kleine vogel met een exotisch uiterlijk over het water schieten en verderop op een tak landen, de prachtig gekleurde ijsvogel. Een bezoeker vertelde mij dat de vogel bijna dagelijks op de tak zit, om vanaf daar op visjes te jagen.
Na de winterdut
De chipmunks gaan zo aan het einde van de herfst of het begin van de winter in een winterrust in hun holen in de grond. Daar hebben ze ook de voedselvoorraad opgeslagen. Op dagen dat de temperatuur iets oploopt, kunnen ze even wakker worden om buiten hun hol even wat te gaan eten. Na de winter, afhankelijk van de temperatuur ongeveer half maart, worden ze weer actief en gaan volop in het bos op zoek naar eten.
Als je op pad gaat om ze te fotograferen heeft het geen zin om ze al bij zonsopkomst te zoeken. In het algemeen komen ze pas een uur of wat na zonsopkomst tevoorschijn. Hoe later in de ochtend het is, des te meer eekhoorns zul je zien. Vroeg in het jaar kun je al goed fotograferen, maar in de zomer heb je ook kans om de jonge, pasgeboren eekhoorns te zien. Het leuke daarvan is dat de kleintjes meer met elkaar bezig zijn en je dus leuke interacties tussen eekhoorns kunt vastleggen. De volwassen eekhoorns jagen nog weleens razendsnel achter elkaar aan, maar krijg je zelden samen op één foto. Ook het najaar heeft zijn charme, want dan zijn de eekhoorns zeer actief tussen de bladeren op zoek naar zaden.
Het duurde niet lang voordat ik de eerste Tilburgse chipmunk ontdekte. Het was een klein eekhoorntje met een streeppakje dat razendsnel over de bosbodem rende. Schuw was hij zeker niet, want hij kwam meteen al dichterbij om poolshoogte te nemen. Zo kon ik hem goed observeren en natuurlijk de eerste foto’s maken. Wat me opviel was dat de chipmunk aanzienlijk kleiner is dan de inheemse variant, en een bruingrijze vacht, zwartbruine lengtestrepen en een lange pluimstaart heeft. Al snel ontdekte ik rondom mij meerdere eekhoorns. Ze waren lekker speels, renden van links naar rechts, en waren daardoor goed te spotten. Maar als een eekhoorn tussen de dorre bladeren stil ging zitten, viel hij bijna niet meer op en leek te verdwijnen in zijn omgeving.
Het voedsel van de eekhoorn bestaat vooral uit zaden als beukennootjes en eikels, mos, bladeren. Maar ook insecten en slakken slikt hij als zoete koek. De eekhoorn behoort tot de wangzakeekhoorns: in die wangen kunnen ze een flinke hoeveelheid zaden kwijt. Ze zijn bijzonder praktisch als de eekhoorns in de herfst eikels verzamelen om een flinke wintervoorraad aan te leggen.
Vlak naast het wandelpad zag ik een paar omgevallen boomstammen liggen, waaromheen diverse chipmunks liepen. Ik besloot daar rustig eens de eekhoorns te observeren. Al snel merkte ik dat als ik niet bewoog, ze zelfs op een metertje afstand van mijn voeten op de grond kwamen scharrelen.
Chipmunks fotograferen
Voor mooie foto’s van de chipmunk kun je het beste op een plek gaan zitten, zodat de kleine eekhoorns jouw aanwezigheid accepteren. Naar ze toe lopen of ze achtervolgen zorgt er alleen maar voor dat ze zich verder van je verwijderen. Nu kun je ook al wandelend wel een eekhoorn fotograferen, als die toevallig langs het pad even stilzit, maar de leukste foto’s en close-upbeelden maak je het beste van één plek. Zit je eenmaal op een spot, plaats dan je camera met objectief op een rijstzak of statief. Daarbij neem je liefst een laag standpunt in. De eekhoorns zijn maar klein, en als je ze vanop zithoogte fotografeert, krijg je de dichtbij gelegen achtergrond in beeld. Deze zal relatief scherp zijn en daardoor ook een wat onrustig beeld opleveren. Fotografeer je daarentegen op ooghoogte van de eekhoorn, dan ligt de achtergrond een stuk verder weg. Het resulteert in een mooie onscherpe en dus een rustige achter- en voorgrond.
Om het je wat makkelijker te maken en de eekhoorns naar een fotogenieke plek te lokken kun je ze wat hazelnoten in dop of stukjes walnoot geven. Geef zeker geen gezouten noten of ander voedsel, want dat is slecht voor hun gezondheid. Natuurlijk voedsel dat ze ook zelf in de vrije natuur kunnen vinden, is het beste. Heb je een fotogeniek plekje gespot waar je een eekhoorn zou willen fotograferen, verstop dan enkele hazelnoten op die plek tussen het mos of blaadjes. De eekhoorns ruiken bijzonder goed waar ze het eten kunnen vinden. Het zal dan ook niet lang duren voordat er eentje op de fotospot ten tonele verschijnt.
Heb je na een tijdje naar je gevoel voldoende foto’s gemaakt, dan is het tijd om van positie te wisselen. Een paar meter naar links of rechts gaan verzitten, kan al een heel verschil maken. Indien ook de zon op een gunstige plek staat, kan het lonen om met tegenlicht te gaan werken. Wees niet snel tevreden en probeer gewoon eens wat posities uit om tot een gevarieerde serie te komen. Dertig keer min of meer dezelfde foto’s verveelt toch ook snel? Wil je, liggend op de bosbodem, wat relaxter fotograferen, dan kun je een omgevallen boomstam of stronk gebruiken om daarop de eekhoorn te fotograferen. De achtergrond is dan sowieso al een stuk rustiger. Ook de staart van de eekhoorn komt dan beter tot z’n recht.
Zo af en toe klimmen de eekhoorns zonder invloed van voer op een boomstronk om van daaruit de omgeving te observeren. Wandelaars in het bos vinden ze prima, maar ze hebben het niet zo op honden. Toen ik een tijd in het bos aan het fotograferen was, klonken plots een paar korte schelle fluitjes. Een chipmunk zat op een tak op één meter hoogte – een ideale uitkijkpost – te kijken naar een wandelaar met een hond. Blijkbaar werd de wat suffig kijkende mopshond geassocieerd met een natuurlijke vijand van de eekhoorns, de vos. De eekhoorn stopte pas met het alarmsignaal toen de wandelaar met de hond weer uit zicht waren verdwenen. Andere predatoren van de eekhoorn zijn marterachtigen zoals hermelijn. En ook roofvogels als de buizerd, die ik wat later op de dag tussen de bomen door zag vliegen.
Het geschikte objectief
Doordat de chipmunks zo dichtbij komen, volstaan objectieven vanaf 200 mm al. Maar meer is in dit geval altijd beter. Met een zoomobjectief van bijvoorbeeld 80 tot 400 mm of 60 tot 600 mm heb je natuurlijk meer mogelijkheden. Je kunt dan door verder in te zoom hele sterke portretten maken. En dat is bij deze fotogenieke rakkers zeker de moeite waard. Let er dan wel op dat je scherpt stelt op het oog en niet per ongeluk op de neus.
Als je met je apparatuur op de grond ligt is het wat lastiger om door de zoeker te kijken. De hoekzoeker is dan een ideaal hulpmiddel om in een hoek van 90 graden door de zoeker te kijken. Dat is een stuk fijner voor de nek!
Groothoekfoto’s zijn een leuke aanvulling op de beelden die je met een tele- of telezoomobjectief maakt. Zet je camera met groothoekobjectief op een strategische plek, zoals een omgevallen boomstam waar de dieren de hele tijd overheen lopen. Je kunt ook een voerplekje creëren en de camera daarbij plaatsen. Een comfortabel statief is hierbij een pre. Ik gebruik de Leofoto MT-01 met LH-25 balhoofd al een tijd en deze bevalt mij prima. Hij is zeer degelijk zodat ik zelfs met een groter telezoomobjectief met camera er stevig op kan monteren. De camera kun je dan bedienen met een afstandsbediening met de camera op manuele focus en een vooraf ingestelde afstand. Handiger vind ik bij de app waarmee ik mijn mobiel met mijn camera kan verbinden. Bij Nikon is dat de app WMU. Op het display van de mobiel krijg ik daarmee het beeld van de camera te zien en kan ik de camera bedienen. Ik kan dan zelfs bepalen op welke punt in het beeld de camera moet focussen, handig als de eekhoorn niet centraal in beeld zit. Stel wel bij dit type beeld een kleiner diafragma in. Met f/9.0 of f/11.0 krijg je meer scherptediepte, waardoor het landschap (het bos) een belangrijkere rol in het beeld gaat spelen.
Doorkijkjes
Zodra je langer bezig bent met chipmunks fotograferen van de chipmunks, leer je het gedrag van de kleine eekhoorn beter kennen. Daardoor kun je beter anticiperen op situaties. Je zult ontdekken dat ze vaak op dezelfde plekken tevoorschijn komen of gaan zitten. Heb je zo’n plek ontdekt of creëert door wat voer neer te leggen, dan kun je eens proberen om een beeld met een doorkijkje tussen takken of blaadjes te maken. Dat levert vaak verrassend effecten op. Door de toevoeging van bijvoorbeeld onscherpe blaadjes creëer je meer rust in beeld, doordat deze een meer scherpe achtergrond kunnen camoufleren.
Je kunt door van standpunt te veranderen iets op de voorgrond meenemen. Denk bijvoorbeeld aan een omgevallen boomstam waar je dan net over heen fotografeert. De mate van onscherpte van de boomstam is afhankelijk van de afstand tot de boomstam, het gekozen diafragma (een hoog getal als f/4.0 is minder scherptediepte) en het aantal de brandpuntsafstand van het objectief. Ga je dichter op de boomstam zitten, dan wordt deze minder scherp. En, des te meer millimeters, des te meer er onscherpte in de voor- en achtergrond zichtbaar zal zijn. Probeer ermee te variëren en ontdek wat voor jou het beste werkt.
Verspreiding
De chipmunk leeft vooralsnog enkel in Tilburg en er is een populatie bij Weert. Hoewel de eekhoorn al tientallen jaren in Tilburg leeft, is er geen sprake van een grote verspreiding naar andere gebieden. We weten dat de dieren zich hebben uitgebreid naar de aan de Oude Warande grenzende gebieden de Gemeentebossen (Vredelust en Heidepark) en de daarachter gelegen Kaaistoep, maar dat je ze daar maar heel weinig ziet. Verspreiding naar andere direct aangrenzende parken en particuliere percelen is aannemelijk. Voor de verspreiding buiten dit deel van Tilburg zijn er een aantal barrières die remmend kunnen werken, zoals brede snelwegen, het Wilhelminakanaal en gebieden met veel intensief beheerde weilanden en akkerbouw.
In België is de Siberische eekhoorn al tientallen jaren een vaste bewoner van het Zoniënwoud, een 4400 hectare groot bos ten zuidoosten van Brussel. Hier is echter wel een behoorlijke toename in aantal en verspreiding geconstateerd.
De rode eekhoorn
De meer bekende rode eekhoorn is de grotere broer van de Siberische grondeekhoorn. Hij leeft in bossen en parken. Met wat geluk kun je als oplettende wandelaar in de bossen af en toe de eekhoorn een boomstam omhoog zien rennen. Een mooie foto maken van de snelle rakker is op zo’n moment best moeilijk. Gelukkig voor ons natuurfotografen zijn er toch voldoende mogelijkheden om ze goed voor de lens te krijgen.
Allereerst zijn er in België en Nederland een flink aantal commerciële fotohutten. Die zijn meestal ingericht om met name vogels te fotograferen, maar bij een aantal laten zich ook bijna dagelijks diverse eekhoorns zien. Die komen op het voer af dat is neergelegd om de vogels te lokken. Omdat jezelf in de hut zit, komen ze zo dichtbij dat je zelfs portretfoto’s kunt maken. Een nadeel is wel dat de settings bij zo’n hut herkenbaar zijn en dat je dus min of meer dezelfde foto’s maakt als je collegafotografen. Er zijn ook fotohutten waar je zelf attributen mag plaatsen. Denk aan een mooie boomstronk met korstmossen of een fraaie tak met bladeren. Hoe kom je er achter of er ook regelmatig eekhoorns bij zo’n commerciële fotohut een kijkje komen nemen? Dat wordt meestal aangegeven op de website van de aanbieder. Of kijk in de galeries op de website, daarin staan foto’s van fotografen die de fotohut eerder hebben bezocht. Ook bieden socialemediakanalen als Instagram en Facebook een goed beeld van de soorten die regelmatig bij een fotohut te zien zijn.
Overigens biedt ook de plek in het Wandelbos bij Tilburg prima mogelijkheden voor foto’s van de rode eekhoorn. Enkele exemplaren zijn hier zo op hun gemak dat ze zelfs op één à twee meter voor je lens komen.
Vakantieparken
Ook in Belgische en Nederlandse vakantieparken die in een bosrijke omgeving liggen kun je vaak prima foto’s van de rode eekhoorn maken. Hier zijn de eekhoorns aan de mensen gewend en komen ze vaak op het aangeboden voedsel af. Ze laten zich dan soms tot op enkele meters benaderen.
De methode van aanpak is dan om in een nabijgelegen bos een mooie tak of boomstronk te zoeken. Die leg je vervolgens in de tuin van je vakantiehuis op een geschikte plek. Om de eekhoorns op de tak of stronk of in de nabijheid ervan te kunnen fotograferen, lok je ze met voer. Leg wat noten of een combinatie van pindakaas (ongezouten!) vermengd met vogelzaad neer. Of smeer hiervan wat aan de achterkant van de boomstronk of tak en de eekhoorns zullen zich weldra voor de lens laten zien. Lekker luxe voor de fotograaf toch? En koffie en koek binnen handbereik! Voor het vastleggen van de eekhoorns is een objectief van 300 tot 500 mm aan te raden.
Groothoek
Bij rode eekhoorns kan het lastig zijn om groothoekfoto’s met een spiegelreflex te maken. Met name omdat het sluitergeluid van veel exemplaren de beestjes verschrikt. Hierbij zijn de spiegelloze systeemcamera’s in het voordeel. Wil je kijken of dit type beeld je bevalt, dan is een GoPro een prima alternatief. Deze camera’s maken geen lawaai en hebben bovendien een kwalitatief goede sensor en een enorme scherptediepte. Die loopt afhankelijk van het model van een centimeter of twintig tot oneindig. Met behulp van de GoPro-app of de originele afstandsbediening kun je het cameraatje vanop afstand bedienen.
Regen … geen probleem
Je kunt natuurlijk de pech hebben dat je een leuk huisje in een vakantiepark hebt geboekt en het de hele periode regent. Wandelen en andere activiteiten zijn dan minder interessant. Maar de regen deert de eekhoorns niet, die laten zich vaak net zo goed bij de huisjes zien. Laat dat nou een kans bieden om prachtige foto’s te maken!
Indien je een flitser hebt en een trigger waarmee je de flitser los van de camera kunt gebruiken, dan heb je nog meer mogelijkheden om fraaie beelden te maken. Als je de flitser als tegenlichtbron gebruikt, kun je die regen namelijk nog veel nadrukkelijker in beeld brengen. Bevestig de flitser op een klein statief achter de plek waar je de eekhoorn verwacht (de voerplek!). Het is aan te raden om de flitser en trigger in een transparante regenhoes te stoppen om schade door regen te voorkomen. Stel de belichting – dus niet het flitslicht – zo in dat je een donkere achtergrond krijgt. Meestal moet je het beeld 2 tot 4 stops onderbelichten voor een mooie donker effect. Met die settings zie je de regen goed en krijgt de vacht van de eekhoorn fraaie lichtranden. Na enkele flitsen zijn de eekhoorns meestal gewend aan het flitslicht en reageren ze er niet meer op. Zo zie je maar: elk weertype is natuurfotografieweer!
Wil je beter leren fotograferen?
Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).
Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.