Hoe je camera instellen

Een digitale camera heeft veel instellingen, maar hoe gebruik je ze om het meeste uit je foto's te halen?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke vrijdag het beste uit de fotografiewereld in je mailbox.

Een reflex- of systeemcamera heeft veel meer instelmogelijkheden dan een eenvoudige compactcamera, zo kan je exact de foto maken die je wenst. Maar welke instelling gebruik je nu best op je Nikon, Canon, Sony, … ? Wij maken je vertrouwd met de knopjes, vertellen waarvoor ze dienen en leren je je camera instellen.

In dit artikel nemen we de essentiële instellingen die je op bijna elke reflex- of systeemcamera vindt met je door. Hoe ze precies ingesteld worden, verschilt van toestel tot toestel. Wat bij de ene camera met een knopje gaat, werkt op een andere via het cameramenu. Door de verschillen tussen merken en modellen kunnen we hier niet elke camera in detail bespreken. Raadpleeg de handleiding van jouw toestel voor meer informatie.

Wil je liever meer leren over de verschillende onderdelen? Lees dan eerst ons artikel over wat er allemaal in de camera zit. Zie je vreemde woorden? Neem dan zeker onze A-tot-Z woordenlijst door.

Advertentie

Hoe zet ik mijn camera aan? De Aan-uit-knop

We beginnen bij het absolute begin. De camera werkt alleen wanneer de aan-uit knop is ingeschakeld. Wanneer je de camera hebt ingeschakeld, maar gedurende enige tijd – meestal dertig of zestig seconden – geen foto hebt gemaakt, zal de camera in ‘slaapstand’ gaan om batterij te besparen. Om hem weer wakker te maken, druk je de ontspanknop half in. Andere camera’s zullen zichzelf dan weer helemaal uitschakelen na een bepaalde periode. Druk opnieuw de aan-uit-knop in om verder te fotograferen.

De ontspanknop

De ontspanknop op een camera heeft twee functies. Door de ontspanknop half in te duwen, activeer je de lichtmeter en de autofocus. Afhankelijk van je voorkeur, kiest de camera de instellingen die nodig zijn voor een goede foto, en stelt scherp op het onderwerp dat je in beeld neemt. Wanneer je de ontspanknop helemaal indrukt, wordt de foto gemaakt.

Programmakeuzewiel

Met deze draaiknop kies je een opnamestand (zie verderop). Daarmee stel je in hoe je de camera wil bedienen. Wanneer je pas met een echte camera bent beginnen te werken, kan je de volautomatische opnamestand gebruiken. De camera regelt dan bijna alles zelf, zodat jij je kan concentreren op wat je wil fotograferen. Naarmate je meer vertrouwd raakt met je toestel, kan je de andere opnamestanden zoals sluitertijd- of diafragmavoorkeuze uitproberen. Je herkent de volautomatische opnamestand aan een groen rechthoekje of camera-icoontje, of de letters AUTO. Zie je een verbodsteken met daarin een bliksemschicht? Dat is de automatische modus die geen gebruik maakt van je flitser.

Instelwiel

Door dit wieltje naar rechts of links te draaien, kun je de sluitertijd of het diafragma veranderen, afhankelijk van de gekozen opnamestand. Sommige camera’s hebben twee wieltjes, eentje vooraan en eentje achteraan. In dat geval dient een ervan voor de sluitertijd en het andere voor het diafragma.

Objectiefringen

Op het objectief vind je één of twee ringen waaraan je kan draaien. Op zoomlenzen vind je een zoomring. Door daaraan te draaien, zoom je in en uit. Dit houdt in dat je de brandpuntsafstand aanpast. Let op dat je niet meer aan de zoomring draait nadat de camera heeft scherpgesteld, want daardoor wordt de scherpstelling ongedaan gemaakt.

De tweede ring vind je op alle toestellen en is de focusring. Wanneer je hieraan draait, verander je de scherpstelling handmatig. Dit kan nuttig zijn wanneer de automatische scherpstelling niet goed werkt of je zelf wil experimenteren. Op sommige camera’s en objectieven moet je eerst via een schakelaar instellen dat je handmatig wil scherpstellen.

Menutoets

Via de knop met het label ‘Menu’ kom je in het cameramenu terecht. Daarin kan je alle instellingen aanpassen waarvoor je camera geen knopje of wieltje heeft. Om het cameramenu te bedienen, gebruik je de vier pijltjestoetsen of het scrollwiel aan de achterkant van de camera.

  • Om een keuze te bevestigen, druk je op de knop ‘OK’ die zich meestal in het midden van het scrollwiel staat. Hoe het cameramenu opgebouwd is, hangt af van het merk en het model van je camera. Maar je zal hier zeker vier soorten instellingen vinden:
  • Foto-instellingen: hier stel je in hoe je wil fotograferen. Je vindt er onder meer instellingen voor resolutie, kwaliteit, witbalans, gevoeligheid …
  • Video-instellingen: hier vind je specifieke instellingen met betrekking tot het maken van video opnames, zoals resolutie en kwaliteit.
  • Weergave-instellingen: hier stel je opties in om foto’s op de camera te bekijken.
  • Camera-instellingen: hier kun je basisinstellingen van het toestel zelf kiezen, zoals datum en tijd, de helderheid van het scherm en de taal van het menu. Ook het formatteren van je geheugenkaart kan meestal in dit menu.

Dit artikel geeft je gratis toegang tot enkele bladzijden uit het Shoot ebook “Start met fotograferen”. Wil je meer weten over de instellingen van je camera, overweeg dan het volledige ebook aan te schaffen met 46 pagina’s aan informatie voor de beginnende fotograaf.

Op het vlak van instellingen bespreken we onder andere:

  • Opnamestanden
  • Lichtmeting
  • Belichtingscompensatie
  • Dynamisch bereik
  • Focus modi
  • Witbalans
  • Kleurruimtes
Advertentie



Wil je beter leren fotograferen?

Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).

Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.