Vogelfotografie is een fantastische manier om de natuurlijke wereld om je heen te ontdekken. Het vastleggen van de perfecte foto kan echter lastig zijn omdat vogels vaak snel bewegen en schuw zijn. Fotograaf Jan-Joost Snijders geeft tips die je kunnen helpen om de perfecte vogelfoto te maken.
Vaak is Jan-Joost Snijders al voor dag en dauw op pad om vogels te fotograferen. “Ik hou van het zachte licht rond zonsopgang,” legt hij uit. “Er hangt dan vaak ook mist of nevel, en dat maakt het altijd wat sprookjesachtig.”
Jan-Joost groeide op in een gezin met een vader die een fanatiek fotograaf was, en hij kocht al snel zijn eigen camera. De liefde voor natuurfotografie kwam er in 2015 tijdens een reis naar Zuid-Afrika. “Toen kwam ik erachter dat ik het gewoon heel leuk vind om wilde dieren te observeren en te fotograferen.”
Oefen in de buurt
Je hoeft geen verre reizen te maken om vogels te fotograferen, zegt Jan-Joost. Integendeel: je oefent beter dicht in de buurt. “Als je begint met je vogelfotografie, moet je kritisch kijken naar het resultaat en bedenken wat je de volgende keer beter kan doen. Dat gaat makkelijker als je dicht bij huis blijft, zodat je regelmatig kan oefenen.”
Op de site waarnemingen.be kan je zien welke soorten vogels bij je in de buurt gespot werden. Jan-Joost gebruikt die site om zijn shoots voor te bereiden. “Het helpt enorm als je weet welke vogels je mag verwachten. Als je zomaar ergens naartoe rijdt, is het heel moeilijk om vogels voor je lens te krijgen. Roofvogels zijn bijvoorbeeld heel schuw, die vliegen al op wanneer je uit je auto stapt. Die fotografeer je dus best vanuit je auto.”
Hoe vaker je vogels fotografeert, hoe beter je hun gedrag leert kennen. Dat helpt ook om goede foto’s te maken, zegt Jan-Joost. “Spreeuwen die bessen plukken, gooien die bes soms even op voor ze die opeten. Als je dat weet, kan je daarop anticiperen om net dan die foto te maken. Dat duurt nog geen seconde, dus je moet wel heel snel reageren.
Wees mobiel
In de fotorugzak heeft Jan-Joost een statief met schommelkop, maar het liefst fotografeert hij uit de hand. “Dan ben ik veel beweeglijker. Ik kan me sneller verplaatsen naar de positie waar ik wil zijn. Ik kijk voortdurend om me heen om te zien wat er gebeurt. Zie ik plots een vogel die op het punt staat op te vliegen, dan kan ik die snel in beeld nemen. Met de camera op statief is dat lastiger.”
Als Jan-Joost dan toch op statief werkt, laat hij de poten vaak ingeklapt zodat het statief vlak boven de grond staat. Dat zorgt voor een laag standpunt, wat voor vogelfotografie ideaal is. “Je wil minimaal op ooghoogte van het dier staan met je camera, soms nog iets lager. Vaak zet ik mijn camera gewoon op de grond, en ik klap dan het schermpje op zodat ik zie wat ik fotografeer.”
Om de vogels niet op te schrikken kleedt Jan-Joost zich discreet. “Je hoeft geen camouflagekledij te dragen, maar felle kleuren zijn te mijden. Stel je verdekt op zodat je niet opvalt. En uiteraard moet je stil zijn. Ik zet mijn camera in Silent mode, zodat je niets hoort wanneer ik een foto maak.”
Handige oogdetectie
Jan-Joost gebruikt een Nikon Z 9 systeemcamera. “Ik fotografeer graag actie, zoals een vogel die opvliegt. De Z 9 heeft een burstmode met 20 beelden per seconde, en die maakt het makkelijk om dan net het goede moment vast te leggen. De Z 9 heeft ook een optie om naar 120 beelden per seconde te gaan, die gebruik ik als het om snel bewegende onderwerpen gaat.
Jan-Joost heeft de autofocus van de Z 9 ingesteld op 3D Tracking met oogdetectie. Daarbij blijft de camera continu scherpstellen op het oog van een vogel of een ander dier, ook wanneer dat beweegt. “Dat geeft mij meer tijd om bezig te zijn met het totaalplaatje, zoals waar het dier in beeld staat en hoe de achtergrond is,” zegt Jan-Joost. “Ik vind het fijnste als een vogel de foto inloopt en als de achtergrond niet te druk is.”
Twee objectieven in één
Het favoriete objectief van Jan-Joost is de NIKKOR Z 400mm f/2.8 TC VR S, een objectief met een ingebouwde teleconverter. “Als je die teleconverter inschakelt, wordt het een 560mm f/4 objectief”, zegt Jan-Joost. “Je hebt dus eigenlijk twee objectieven in één. En hoewel het geen lichtgewicht objectief is, kun je dankzij de ingebouwde beeldstabilisatie heel goed uit de hand fotograferen.” Het grote diafragma van het objectief laat veel licht binnen. Dat helpt om om een korte sluitertijd aan te houden. Dat is nodig om de beweging te bevriezen zodat de vogel scherp op de foto staat. Een groot diafragma zorgt ook voor een onscherpe achtergrond zodat het onderwerp duidelijk loskomt.
Geduld voor alles
De belangrijkste eigenschap die een vogelfotograaf moet hebben volgens Jan-Joost? “Zonder twijfel geduld. Je kan vogels niet dwingen om in jouw richting te komen of om te doen wat je wil. Je moet dus lang wachten en alert zijn. En soms gebeurt er niets, maar dat vind ik niet erg. Als ik een hele dag in de natuur heb doorgebracht, ben ik zelf ook tot rust gekomen.”
Wil je beter leren fotograferen?
Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).
Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.