Het meer van Der-Chantecoq in Noord-Frankrijk is een uitgelezen plek om kraanvogels te fotograferen. Shoot trok er ook naartoe.

Het meer van Der-Chantecoq in Noord-Frankrijk is een uitgelezen plek om kraanvogels te fotograferen. Duizenden kraanvogels gebruiken het als rustplaats op hun lange voorjaars- en najaarstrek. Shoot trok er ook naartoe.

Midden februari is het moment weer aangebroken. De kraanvogels starten hun lange trektocht van hun overwinteringsgebied in Spanje naar de broedgebieden in het hoge noorden. In het begin van de maand zijn de eerste honderden vogels al waargenomen in het noorden van Spanje en de Pyreneeën. Stilletjes aan worden het er duizenden. Binnen enkele dagen zullen ze het immense Lac Du Der-Chantecoq bereiken.

Pleisterplaats
Dat meer in de regio Champagne-Ardenne is sinds jaar en dag een bekende rustplaats voor de kraanvogels. Toen ik meer dan twintig jaar geleden het meer voor de eerste keer aandeed, was ik er zo goed als alleen. Ondertussen is deze pleisterplaats zo bekend dat er zich zowel tijdens de voorjaars- als tijdens de najaarstrek honderden vogelkijkers en natuurfotografen verzamelen voor dit spektakel.

Advertentie

Het meer is met een oppervlakte van 4.800 hectare het grootste kunstmatige meer van Frankrijk. (Om je een idee te geven: het hele natuurpark Hoge Venen-Eifel is ‘slechts’ 4.500 hectare groot). Tijdens de zomer is het meer vooral geliefd bij de watersporters, maar tijdens de wintermaanden komen hier alleen vogelkijkers en fotografen.

Hoe kom je er?
Het meer ligt op zo’n 380 kilometer rijden van Brussel. Je volgt de E19 naar Bergen en Cambrai, en vandaar de E17 richting Reims. Van daaruit rij je richting Vitry-le-François en verder naar Lac Du Der. Een alternatieve route vanuit Brussel gaat via de E411 en de E46 via Charleville-Mézières. Vanuit Gent neem je de E17 naar Rijsel, waar je de richting Reims volgt.

Zelf hou ik het meest van de langste en traagste route. Vanuit Gent of Brussel gaat het richting Virton om in Torgny, het meest zuidelijke dorpje van België, de grens over te gaan en via Damvillers, Beaulieu-en-Argonne, Belval, Givry-en-Argonne richting Lac Du Der te rijden. Deze route neemt al gauw zes uur in beslag. De kans is groot dat je onderweg zo vaak stopt om te fotograferen dat het al snel een dag wordt.

 

Een pleisterplaats, niet alleen voor vogels…

Na een deugddoend ontbijt laad ik alles in de auto en vertrek. De route stel ik in op mijn gps-apparaat. De eerste stop is Torgny, het meest zuidelijke dorpje van België. De allereerste keer, meer dan 25 jaar geleden, deed ik de hele trip per fiets. Later met de auto, dwars door de Argonne. Na een tijd kende ik de volledige route uit het hoofd, maar nu maakt de gps het ons wel zeer makkelijk. Na twee uur rijden sta ik in Torgny.

Goud- en appelvinken
Vanaf hier is het genieten. Het is bewolkt maar de zon komt er toch af en toe door. De eerste buizerds, een rode wouw en massa’s kramsvogels zijn de eerste vogels die ik te zien krijg. Vlak voor Damvillers heel wat goudvinken en appelvinken. In Consenvoye steek ik de Maas over (hier nog smal) en sla af richting Beaulieu-en-Argonne. Het bos rond Beaulieu begint stilaan te herstellen van de hevige storm zo’n tien jaar geleden.

Verder gaat het, langs Triaucourt en de Etang de Belval. Het is nog veel te vroeg in het jaar voor dieren als Cetti’s zanger, grote karekiet, woudaapje en ringslang. Ik rij dus maar direct verder naar het Lac du Der. Rond twee uur ’s middags bereik ik het gigantische meer. In de velden eromheen wemelt het van de kraanvogels. Ik verken de buurt en zorg ervoor dat ik tegen een uur of vijf vlak bij Giffaumont-Champaubert op de dijk sta.

Over een afstand van zo’n 10 km loopt er parallel met de D13 een eenrichtingsweg op de dijk. Ga je voor de eerste keer en is het allemaal nog een beetje zoeken? Zoek de rij geparkeerde auto’s en mobilhomes, dan je zit goed. Dit is de ideale plaats om de kraanvogels te bekijken wanneer ze komen slapen. Als je met je rug naar het meer staat, komen ze vanuit het westen recht naar je toe gevlogen, vaak met een mooi kleurende lucht op de achtergrond.

Ondertussen hebben tientallen vogelkijkers zich op de dijk verzameld, gewapend met camera’s en telescopen. De hemel kleurt diep oranjerood en de kraanvogels komen met duizenden aangevlogen. Door de strakke noordenwind gaan ze direct over het bos en de dijk laag boven het water vliegen tot aan het eilandje waar ze verzamelen. Na anderhalf uur is het zo goed als donker. Nog steeds hoor ik grote aantallen kraanvogels toekomen, maar van fotograferen is geen sprake meer. Tijd dus om naar het hotel te gaan, want morgen is het weer vroeg dag.

Camper of hotel
Rij je zelf met een mobilhome, dan rij je gewoon de dijk verder af, en je komt vanzelf op een parkeerplaats voor mobilhomes met alle nodige voorzieningen. Wees er echter vroeg bij, want het aantal staanplaatsen is beperkt. Geen nood, er zijn er nog andere, maar deze ligt als enige aan de rand van het meer. Als je hier kan overnachten, dan ben je er morgen als eerste bij wanneer de kraanvogels weer de lucht in gaan.

 

Dit is een van de redenen waarom je via de kleine wegen rijdt. Om elke hoek schuilt wel iets moois.

Ben je aangewezen op een hotel of gastenkamer, dan is het even rijden naar Giffaumont-Champaubert, Arrigny of Montier-en-Der. Zorg ervoor dat je ’s morgens vroeg genoeg naar het meer vertrekt. Ik raad je aan om op de dijk te staan alvorens de zon opkomt en de kraanvogels massaal vertrekken. Spreek met de mensen van je hotel af dat je het ontbijt pas later op de dag neemt. Een kop hete koffie of chocolademelk zal zeker deugd doen na een vroege, koude ochtenduitstap.

Vroeg opstaan
Om vijf uur gaat de wekker. Als ik in de wagen stap, duidt de thermometer -8 °C aan. Met de noordenwind erbij krijgen we een gevoelstemperatuur van zo’n -20 °C.

Aan het meer aangekomen merk ik dat ik niet de eerste fotograaf ben. Een aantal mensen staat reeds de kraanvogels in het meer te bekijken. Duizenden en duizenden zijn het er; overal zie je kraanvogels. Dergelijke grote aantallen heb ik nog nooit gezien. Wanneer de zon opkomt, vertrekken ze met een oorverdovend lawaai. Als je dit geluid één keer gehoord hebt, vergeet je het nooit meer.

Grote kijkhut bij een hoeve
Na een goed uur zijn de meeste opgevlogen en ik ga op zoek naar een plek waar ik ze goed kan fotograferen terwijl ze aan het eten zijn. Een goed vertrekpunt is de hoeve Ferme des Grues, die samen met de omliggende akkers werd opgekocht door de vogelbescherming. Hier kunnen de vogels ongestoord naar eten zoeken. Op een kilometer van de hoeve zit een groep van wel 6.000 exemplaren. Ze zitten relatief dichtbij, maar na een aantal opnames gaan ze allemaal de lucht in.

Ik volg de groep kraanvogels en in het veld net naast de kijkhut van de Ferme des Grues sluiten ze zich aan bij een groep van zo’n 5.000 stuks. Er blijven alsmaar groepjes bijkomen. Als je geluk hebt, zitten de kraanvogels zo’n 50 meter van je verwijderd en kan je met een 300mm-lens prachtige opnames maken. Ook het aan- en afvliegen biedt je de mogelijkheid prachtige vliegbeelden te maken. De schuilhut is enorm en staat zo’n zes meter boven de begane grond.

Na een goed uur zet ik mijn rit door de velden voort en overal zitten groepjes. Nu eens vijftig, dan weer een paar honderd. Onderweg laat een groepje reeën zich uitvoerig bewonderen. Tegen elf uur ben ik weer aan het meer. Ik ga nog even een praatje maken met Bernard Laurent, een man met allerlei info. Hij weet me te vertellen dat de hevige noordenwind de trek van de kraanvogels vertraagt en dat dit de reden is waarom ze zo massaal aanwezig zijn.

Terug naar huis
Ik moet helaas naar huis. Ik rij dezelfde weg terug, ongeveer zes uur rijden. De snelweg is uiteraard veel sneller, maar niet zo mooi. Ik hou ervan om langs kleine dorpjes, meertjes, bossen en uitgestrekte velden te rijden. Onderweg is er altijd nog wel iets te zien. Een jagende vos, een groepje grazende reeën of een kerkuil op een paaltje langs de weg.

Het was een prachtig weekend met hopelijk een aantal geslaagde opnames. In het najaar kom ik zeker terug wanneer de kraanvogels, ditmaal met hun jongen, hun tocht naar hun overwinteringsgebied aanvatten.

Een groep kraanvogels met de prachtige kleuren van de opkomende zon.

De techniek

Het fotograferen van de kraanvogels als ze komen aangevlogen is op zich niet zo’n probleem. Ze komen vrij dicht over je hoofd gevlogen en het zijn grote vogels. Met een 300mm-lens kom je al een heel eind. Een camera met een cropsensor is voor vogelfotografie alleen maar een voordeel. Door de cropfactor wordt een 300mm plots een 450mm. Zelfs een 70-200mm in combinatie met een camera met cropsensor levert al heel mooie beelden op, want dit wordt een 100-300mm.

Voor beelden van vogels en dieren kies ik meestal voor Continuous High Speed. Dat is niet altijd nodig, maar als je het dan plots wel nodig hebt, duurt omschakelen te lang. De sluitertijd probeer ik vaak zo kort mogelijk te houden om bewegingsonscherpte te voorkomen. Bewust een lange sluitertijd kiezen kan ook voor een heel mooi effect zorgen, waarbij de vogels bijna als een ‘veeg’ door het beeld weergegeven worden. Als lichtmeetmethode ga ik vrijwel altijd voor evaluatieve meting (matrixmeting bij Nikon).

Bij vliegbeelden met veel lucht in beeld is 2/3 tot 1 volledige stop positieve belichtingscompensatie aangeraden, anders wordt de lucht correct belicht maar zijn de vogels te donker. Wil je de vogels bewust als silhouet weergeven, dan is corrigeren niet nodig. Als autofocusmodus zal ik bij bewegende onderwerpen altijd voor AI-servo kiezen, waarbij het objectief perfect blijft scherpstellen op het naderende onderwerp.

Blijf rustig wanneer je de eerste groepen een paar honderd meter links of rechts van jou ziet aankomen. Begin niet als een gek te rennen. Er komen genoeg groepen aangevlogen die wel vlak boven je hoofd passeren. Ben je niet zeker van je standplaats, ga dan af op waar het meest vogelkijkers en fotografen staan. Voor velen is het niet hun eerste keer en ze kennen de beste plaatsjes.

Heel veel hangt ook af van het weer en de windrichting. Niet getreurd als je de eerste maal zonder geslaagde beelden weer naar huis gaat, het is een ideale reden om nog eens terug te gaan.
 

Voor beeldvullende opnames van kleine groepjes heb je een zware telelens nodig. Maar heel vaak heb je grote groepen waarvoor een 200- of 300mm-lens al meer dan voldoende is.

Het materiaal

Een statief met een balhoofd of Wimberley WH-200-kop is het best, omdat je daarmee snel kan werken en draaien. De WH-200 is vrij prijzig, maar als je een zware telelens hebt en je wilt vliegbeelden maken, is het een echte aanrader.

Zodra de kraanvogels in de velden en akkers zitten, is het een ander verhaal. Om kraanvogels te fotograferen moet je veel rondrijden. De groepen verplaatsen zich constant. Kraanvogels zijn schuwe vogels en gaan voor het minste op de wieken. Soms is vertragen al voldoende om ze op te schrikken. Hier heb je echt nood aan een 500mm of meer. Een 300mm met teleconverter is uiteraard een goed alternatief voor zo’n peperdure telelens.

Ikzelf gebruik altijd een rijstzak die ik als ondersteuning gebruik om vanuit het venster van de wagen te fotograferen. Zorg verder voor voldoende opgeladen batterijen want meestal is het koud en dan gaan batterijen minder lang mee. En voldoende geheugenkaarten natuurlijk! Want zeker bij de vliegbeelden in burstmodus zijn kaartjes snel vol. Zorg ook voor warme kledij, want het kan er bar koud zijn.

Ben je weer thuis, dan is het een kwestie van selecteren. Zodra je de beste beelden geselecteerd hebt, volgt de nabewerking. De meeste bewerkingen doe ik in Viveza van Nik Software. Die software laat je makkelijk bepaalde delen van het beeld selecteren en lokaal aanpassen. Vooral bij vliegbeelden is het aangeraden om alleen de luchtpartijen aan te passen zonder dat je de vogels in het beeld gaat beïnvloeden. Waar nodig doe ik nog een lichte crop van het beeld en eventueel trek ik het contrast wat op.
 

De reiger staat roerloos. Gelukkig maar, want anders was deze opname op 1/80 sec nooit gelukt.

Meer info

Wil je meer te weten komen over de ideale dagen om de kraanvogels te fotograferen of gewoon te bewonderen, surf dan naar de website van de LPO (Ligue pour la Protection des Oiseaux) van de regio. Daar kom je alles te weten over de trek van de kraanvogels. Gegevens vanuit heel Europa worden hier verzameld en op die manier krijg je een overzicht van hoeveel kraanvogels zich die dag waar bevinden.

Verder kan je terecht op www.lacduder.com/fr voor alle informatie over het meer, inclusief geplande activiteiten en tentoonstellingen. Je kan er ook een hotel of restaurant zoeken en nog veel meer.

Probeer iets langer dan een weekend te gaan, want twee dagen vind ik persoonlijk net te kort. Als ik niet anders kan, doe ik het wel, maar een dag of drie, vier is beter. En je kan het altijd combineren met een dagje champagne gaan proeven in Oger of Reims.

Ook de rest van het jaar is er in de streek heel wat te beleven voor natuurliefhebbers en fotografen. De regio is rijk aan vogels, planten en dieren.

[extern_gallery urls=”http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webkraanvogels05.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webkraanvogels86.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webmg3633.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webmg6004.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webmg3463.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webmg3168.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webmg3882.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webmg3227.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2013/11/129065_webkraanvogels60.jpg” caption=”Deze grote groep is hoogte aan het nemen door middel van thermiek, om zo het vervolg van hun trek aan te vatten. De groep zit al heel hoog, maar het ‘ronddraaien’ is in het beeld duidelijk te zien. (f/5,6, 1/3000, ISO 400, 800 mm op fullframe)||Ondanks hun grootte zijn kraanvogels snelle vliegers. Daarom hou ik een zo snel mogelijke sluitertijd aan. Ik probeer niet onder 1/1000 sec te gaan. (f/6,3, 1/1250, ISO 200, 800 mm op fullframe)||Voor beeldvullende opnames van kleine groepjes heb je een zware telelens nodig. Maar heel vaak heb je grote groepen waarvoor een 200 of 300mm al meer dan voldoende is. (f/5,6, 1/4000, ISO 400, 800 mm op cropcamera)||’s Morgens vroeg bij het eerste licht staan al heel wat vogelkijkers op post. (f/8, 4s, ISO 100, 52 mm op cropcamera)||Een groep kraanvogels met de prachtige kleuren van de opkomende zon. (f/5,6, 1/2000, ISO 200, 800 mm op cropcamera)||De zon is bijna verdwenen. Hierdoor is het water veel donkerder en komt de grote zilverreiger mooi uit. De reiger stond roerloos stil. Gelukkig maar, want anders was deze opname op 1/80 sec nooit gelukt. (f/5,6, 1/80, ISO 400, 800 mm op cropcamera)||Dit is een van de redenen waarom ik zo graag langs de kleine baantjes rij. Om elke hoek schuilt wel iets moois. (f/8, 1/200, ISO 200, 70 mm op cropcamera)||Het was even zoeken, maar het diafragmeren naar f/10 en de ISO-waarde op 100 zorgde ervoor dat de sluitertijd traag genoeg werd om een beweging in de vliegende vogels te krijgen. De onscherpte geeft hier een zekere sfeer. (f/10, 1/10, ISO 100, 800 mm op cropcamera)||Alhoewel deze vogels nog vrij hoog vliegen, zorgt de kijkhut van Ferme des grues ervoor dat je ze bijna op ooghoogte krijgt. (f/6,3, 1/400, ISO 200, 800 mm op fullframe)”]

Advertentie



Wil je beter leren fotograferen?

Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).

Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.