DxO, de Franse maker van fotosoftware zoals DxO Optics Pro en DxO Filmpack, kondigde in juni een verrassend nieuw toestel aan. De DxO One is een cameramodule die past op een recente iPhone. Waarom zou je zo'n vreemde camera gebruiken?
Een van de uitdagingen voor de traditionele camerabouwers vandaag is dat we door de smartphone gewend geraakt zijn om onze beelden snel te delen. Je maakt een foto met je smartphone, en een paar seconden later staat die op Facebook of Instagram. Met een ‘echte’ camera is dat altijd een omslachtig gedoe. Als je geluk hebt, heeft je camera wifi aan boord en kun je hem met je smartphone verbinden en met de bijhorende app de foto’s op je smartphone zetten. Anders dringt een omweg langs een computer zich op. Pogingen om camera’s meer op smartphones te laten lijken, zoals de Samsung Galaxy NX, kenden maar weinig succes.
DxO kiest voor een compleet andere aanpak. De DxO One is geen camera die bedoeld is om zelfstandig gebruikt te worden, maar werd uitgedacht als accessoire voor de recente iPhone, iPod Touch of iPad met Lightning-connector. (In het vervolg van dit artikel vermeld ik alleen de iPhone, volgens mij de meest voor de hand liggende partner voor de One.) In plaats van een nukkige wifiverbinding gebruikt de One de fysieke Lightning-connector om met de iPhone te communiceren. Met de bijhorende app voor iOS bedien je de camera en importeer je de beelden. Op je smartphone gedragen de foto’s zich alsof je ze met de gewone camera-app hebt gemaakt, en je kan ze even makkelijk bewerken en delen.
Het grote verschil met de standaardfoto’s die je met een smartphone maakt, ligt ’m in de beeldkwaliteit. De DxO One heeft namelijk de kenmerken van een premium compactcamera: een beeldsensor in 1 inch-formaat – even groot als in de Nikon 1-familie en de Sony RX100-reeks – met 20 megapixel, en een lichtsterke lens (maximaal diafragma f/1.8, brandpuntsafstand 32 mm in full-frame-equivalent).
Standaard bewaart de DxO ONE het raw-bestand van elke opname. Dat gebeurt in het universele DNG-formaat dat door elke raw-ontwikkelaar wordt herkend. De camera biedt ook een formaat SuperRAW, dat samengesteld wordt uit vier afzonderlijke raw-opnames. Om dat te ‘ontwikkelen’ heb je de gratis DxO Connect-software voor Mac of Windows nodig. De foto’s die naar je iPhone worden overgezet zijn in jpeg-formaat, en je kan er ook voor kiezen om alleen in jpeg-formaat te schieten als je geen gebruik wenst te maken van raw.
Bouw en bediening
De DxO One is verrassend compact en licht (110 gram). Aan de voorzijde zit de lens, die bescherm wordt door een lenskap. Door die naar beneden te schuiven, schakel je de One in; helemaal naar beneden schuiven laat de Lightning-connector aan de zijkant uitklappen. Aan de achterkant zitten een klepje waarachter je de USB-aansluiting en een slot voor micro-SD-geheugenkaarten vindt, en een klein statusscherm. Bovenaan zit een ontspanknop die je nodig hebt als je de One zonder smartphone zou willen gebruiken. Dat kan dus, maar omdat de camera geen scherm of zoeker bevat, ben je dan eigenlijk blind aan het schieten.
Als scherm gebruik je immers je iPhone. Daarop installeer je de DxO One-app; zodra je de camera in de Lightning-poort van je toestel schuift, start de app op en zie je op het iPhone-scherm een livebeeld door de cameralens. De Lightning-connectie is veel sneller dan wifi, en daardoor is de weergave zo vloeiend alsof het scherm een vast onderdeel van de camera was.
De Lightning-aansluiting op de One kan tot een hoek van 60 graden naar voren en achteren draaien. Daardoor hoef je de combinatie van camera en smartphone niet recht voor je te houden om het scherm te zien, maar kan je die ook voor je buik of boven je hoofd houden. Ook als je de One op de grond plaatst is het fijn dat je het scherm wat kunt draaien. Plaats je de One omgekeerd in de Lightning-poort van je iPhone – met de lens naar je toe – dan activeert de app een ‘selfiemodus’.
Wanneer je de One pas begint te gebruiken, is het wat zoeken naar de beste manier om de One-met-iPhone vast te houden. Op zich hoef je de One niet te ondersteunen; de Lightning-connector is stevig genoeg om de camera te torsen. Maar omdat ik een toestel van zeshonderd euro toch niet graag op de grond zou zien belanden, laat ik de camera toch maar in mijn handpalm rusten. Als er te veel kracht uitgeoefend wordt op de connector, zal de One losschieten van de iPhone. DxO benadrukt dat de One daarbij de iPhone niet kan beschadigen. Dat is een vereiste van Apple opdat een accessoire het label ‘Made for iPhone’ mag dragen, en DxO ontwikkelde een eigen, gepatenteerd systeem om aan die eis te voldoen. Wat er met de One gebeurt als hij loskomt en op de grond zou vallen, daarover zegt Apple niets.
Prestaties en conclusie
De DxO One heeft de specificaties en de bedieningsmogelijkheden van een volwaardige camera, en levert ook de beeldkwaliteit die we van zo’n toestel verwachten. Door het grote diafragma en de grote beeldsensor kun je de scherptediepte beperkt houden. De kleuren zijn realistisch, de lichtmeting werkt betrouwbaar, de witbalans zit goed. De sensor en de lens produceren scherp beelden; alleen bij het grootste diafragma van f/1.8 zijn de beeldranden wat zachter. De lens is wel erg gevoelig voor flare als er heldere lichtbronnen in beeld zijn. Tijdens een boswandeling had ik weinig moeite om spectaculaire flare in beeld te krijgen met de zon die door de bomen scheen.
Ruis is onmerkbaar tot ISO 800; bij hogere gevoeligheden gaat de ruisonderdrukking meteen ten koste van de scherpte. Je kan de raw-bestanden verder ontwikkelen in DxO Optics Pro voor een beter resultaat. De autofocus werkt bij statische onderwerpen snel; in continu-autofocus durft hij te ‘jagen’ op zoek naar de juiste scherpstelling.
Het zwakste punt van de One is het batterijleven. Om het toestel compact te houden koos DxO voor een relatief kleine batterij, en bij normaal gebruik zie je de batterij-indicator angstwekkend snel onder de 50% duiken. Op een volle lading haalde ik een zestigtal foto’s. DxO wijst erop dat je via de USB-poort een extern batterij kunt aansluiten, maar erg praktisch lijkt me dat niet.
Voor fanatieke iPhone-fotografen biedt de DxO One een manier om de kwaliteit van hun beelden naar een hoger niveau te tillen. De One is te vergelijken met een ‘echte’ camera met 1 inchbeeldsensor, en werkt zo naadloos samen met de iPhone dat de jpeg-foto’s even snel op je iPhone staan als wanneer je de iPhone-camera zou gebruiken. De DxO One is daardoor met voorsprong de handigste ‘connected camera’, met de beeldkwaliteit van een premium compact. Maar ook de prijs ligt op het niveau van een premiumcamera, waardoor hij wel een duur accessoire is.
[extern_gallery urls=”http://cdn.minoc.com/zd_images/2015/48/144862_dxo-one-iphone-apri.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2015/48/144862_01opzij.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2015/48/144862_02dxodetail.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2015/48/144862_03dxoavond.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2015/48/144862_02dxoflare.jpg” caption=”||Opzij zit de Lightning-connector; achter een klepje de usb-ingang en een slot voor micro-SD-geheugenkaarten.||Door de f/1.8-lens kan je een beperkte scherptediepte krijgen (f/1.8, 1/320, ISO 100, 32 mm)||Tot aan ISO 800 is er geen ruis te zien. De lampen uiterst links en rechts veroorzaken lensflare (f/5, 6 sec., ISO 800, 32 mm)||Felle lichtbronnen kunnen sterke lensflare veroorzaken (f/11, 1/100, ISO 1.600, 32 mm)”]
Wil je beter leren fotograferen?
Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).
Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.