In Lightroom 4 haalden de Adobe-ingenieurs de vertrouwde ontwikkelmodule helemaal overhoop. Hoog tijd om kennis te maken met ontwikkelen in Lightroom, anno 2012.

Met de nieuwe modules Kaart en Boek zou je haast gaan vergeten dat Lightroom vooral een verdraaid goede raw-converter is.

Lightroom 3 had de lat al hoger gelegd, maar met Lightroom 4 hebben de Adobe-ingenieurs zichzelf overtroffen. Daarvoor haalden ze de vertrouwde ontwikkelmodule wel helemaal overhoop. Hoog tijd dus om kennis te maken met ontwikkelen in Lightroom, anno 2012.

Tijdens Lightroom-workshops heb ik het vaak over de fameuze 20/80-regel: je kan volgens mij voor de meeste foto’s 80% van de totale bewerking in Lightroom doen. Voor de finishing touches (die laatste 20%) kan je dan Photoshop of plug-ins gebruiken, maar die verhogen exponentieel de tijd die je nodig hebt. En zo zou die laatste 20% je wel eens 80% van je totale bewerkingstijd kunnen kosten.

Advertentie

Die 20/80-regel gaat overigens ook binnen Lightroom op: van alle panelen is het Standaardpaneel (Basic) het belangrijkste, en vaak kan je – zeker met de nieuwe ‘Process Version 2012' van Lightroom 4 – je foto hier al grotendeels afwerken.

We leggen eerst de algemene principes uit, en verklappen op het einde hoe we deze openingsfoto gecorrigeerd hebben. De witbalansregeling is niet veranderd, dus daar gaan we niet verder op in.

Aan de slag
De knop Autom. probeert de foto automatisch te verbeteren en het dynamisch bereik te maximaliseren. Het resultaat is voor normale foto’s vaak niet onaardig, maar in een extreem geval zoals ons openingsbeeld met erg hoge contrasten is het beter om zelf het stuur in handen te nemen. Dat is in Lightroom 4 verrassend eenvoudig en logisch geworden.

De beste workflow is om de schuifregelaars in de afdeling Tint (Tone) van het Standaard-paneel van boven naar onder aan te pakken. Die schuifregelaars (behalve Contrast) pakken specifieke helderheidszones van het beeld (en dus het histogram) aan. Het verslepen van een regelaar naar rechts verlicht de corresponderende zone, naar links verdonkert deze. De zones zelf zijn adaptief: ze hangen af van het beeld in kwestie. Zo kan de zone Belichting (Exposure) bij het ene beeld groter zijn dan bij het andere. De beste resultaten behaal je door gewoon de schuifregelaars in volgorde te bedienen.

Begin met Belichting en zet de regelaar zo dat de middentonen van je foto er goed uitzien. Trek je hierbij vooral niets aan van te helder wordende hooglichten of verkeerd uitvallende schaduwtinten: die pak je later aan.

Bepaal vervolgens het globale contrast van de foto. Schuif je de contrastregelaar naar rechts, dan maak je lichte tinten nog lichter en donkere tinten donkerder. Overdrijf niet met de contrastregelaar, want anders verlies je doortekening in de hooglichten en de schaduwen.

Door de schuifregelaar Hooglichten (Highlights) naar links te schuiven, kan je de hooglichten die tijdens de bepaling van de middentonen (via Belichting) verloren gegaan zijn, recupereren: naar links verdonkert. De herstelmogelijkheden zijn werkelijk verbluffend.

Door de Schaduwen-schuifregelaar (Shadows) naar rechts te schuiven kan je daar meer detail brengen. Bij opnames met hoog contrast (zoals de voorbeeldfoto) is het al duidelijk dat je meestal de Hooglichten- en Schaduwen-regelaars in tegengestelde zin zal bewegen: de eerste negatief (donkerder hooglichten om details in de wolken te recupereren) en de tweede positief (lichtere schaduwen om meer detail in de donkere partijen te krijgen). Indien je deze schuifregelaars op respectievelijk -100 en +100 zet, kan je, zeker in combinatie met een positieve Helderheid (Clarity), HDR-achtige resultaten bereiken.


 

De regelaars in het Standaard-paneel komen overeen met specifieke zones uit het histogram. Je kan rechtstreeks klik-slepen in een zone in het histogram om de corresponderende schuifregelaar te verplaatsen.

Door Alt (Mac) /of Option (pc) te klik-slepen op de regelaars van de zwarte en witte tinten krijg je een beter zicht op welke gebieden puur zwart resp. puur wit weergegeven zullen worden.

De Witte tinten (Whites) en Zwarte tinten (Blacks) ten slotte, laten je respectievelijk het zwart- of witpunt (de donkerste en lichtste delen) van je beeld instellen. Het kan handig zijn om tijdens het verslepen van deze regelaars de Alt- (Mac) of Option-toets (Windows) ingedrukt te houden. Bij de Blacks-regelaar wordt je beeld dan volledig wit, en naarmate je de regelaar meer naar links sleept, zullen er zwarte zones verschijnen.

Zwart in deze weergave betekent dat die zones in het beeld puur zwart (zonder detail) worden. Het idee is dat je voor een normaal beeld de schuifregelaar in combinatie met de Alt/Option-toets zo versleept tot je de eerste zwarte zones begint te zien. De zwarte zones tonen je dan precies welke delen van je beeld puur zwart zullen worden. Uiteraard kan je hiervan afwijken. Voor de Whites-regelaar in combinatie met de Alt/Option-toets geldt een vergelijkbare redenering, alleen wordt je beeld hier zwart weergegeven en duiden witte vlekken op zones die puur wit worden in de foto – wat je normaal gezien wenst te vermijden.

Nieuwe borstels schilderen schoon
De logica van het Standaard-paneel werd ook doorgetrokken naar het verloopfilter en de aanpassingsborstel: ook daar krijgen we lokale controle over hooglichten en schaduwen. Wil je enkel op een deel van je foto de hooglichten recupereren of de schaduwen ophelderen, dan bereik je met deze regelaar voortaan veel sneller en makkelijker resultaat. Omdat het lokaal ophelden van schaduwen ook ruis kan versterken, kan je nu ook lokaal ruis weghalen met een verloopfilter of een borstel.


Per ongeluk zat er een oranje filter op de flitser bij het maken van deze foto, terwijl dat niet nodig was. Daardoor is het model te warm in vergelijking met de achtergrond. Door lokaal met een koelere witbalans te schilderen, brengen we beide weer in overeenstemming.

Nu steeds meer camera’s, zoals de Leica M9, de Nikon D800E en de Fujifilm X Pro 1, zonder anti-aliasingfilter werken om scherpere foto’s te krijgen, loert het risico op moiré – het verkeerd weergeven van heel fijne, repetitieve structuren – om de hoek. Met de nieuwe moiréregelaar kan je dat lokaal aanpakken.

Lightroom 4: de optimale workflow
De meeste handleidingen voor Lightroom zullen je aanraden om van boven naar onder te werken, beginnend met het Standaardpaneel (Basic). Die aanpak loont, maar er zijn twee manieren waardoor je die workflow nog kan verbeteren.

1. Ten eerste schakel je eerst de automatische lenscorrecties in door het keuzevinkje aan te zetten. Indien de camera-lenscombinatie waarmee de foto genomen is herkend wordt, dan worden automatisch de lensvertekening en de vignettering (donkere randen) gecorrigeerd. Dat laatste is belangrijk, omdat het een invloed heeft op de helderheid van je beeld. Daarom gebeurt deze stap het best eerst, voordat je in het Standaard-paneel de helderheid aanpast.

Het eenvoudigste is om hiervan een voorinstelling te maken. Klik op het plusteken naast Voorinstellingen in het linkerpaneel, en vink dan in het dialoogvenster ‘Correcties lensprofiel’ aan. Sla die voorinstelling op door op ‘Maken’ te klikken. De volgende keer dat je foto’s importeert, kan je deze voorinstelling toepassen in het importdialoogvenster en worden lenscorrecties meteen toegepast.

Alleen indien je een tragere computer hebt, stel je de lenscorrecties misschien beter uit tot op het einde van je bewerking, omdat ze anders het vlotte werken in de Ontwikkelmodule wel wat in het gedrang kunnen brengen.

2. Ten tweede neem je het best ook eens een kijkje in het Camerakalibratie-paneel. Voordat je ook maar één schuifregelaar verandert, past Lightroom namelijk al een profiel toe op je raw-beeld. Standaard is dat het toepasselijk genaamde Adobe Standaard, maar Adobe heeft ook profielen die tot doel hebben de typische Beeldstijlen te simuleren die je in je camera kan instellen wanneer je JPG fotografeert.

Zelfs als je enkel in raw-formaat fotografeert, moet je weten dat de foto die je op je cameraschermpje ziet al 'ontwikkeld' is met een van de beeldstijlen van je camera. Die profielen kunnen dus handig zijn om de eerste weergave van je raw-bestand beter te laten aansluiten bij wat je op het camerascherm zag.

Wanneer je bijvoorbeeld in Lightroom altijd eerst de verzadiging en het contrast van je foto’s verhoogt, is de kans groot dat het kiezen van een profiel ‘Vivid’ of ‘Landscape’ een beter uitgangspunt biedt, zodat je die aanpassingen in de toekomst niet meer hoeft te doen.

Cameraprofielen zijn afhankelijk van het merk camera waarmee de foto gemaakt werd en bestaan niet voor alle merken. Hier zie je die voor Canon raw-bestanden.

De beschikbare profielen verschillen voor elk cameramerk. Zo’n profiel kies je niet telkens opnieuw: je test met een aantal beelden of er niet één zichtbaar beter is dan de andere en je houdt het dan daarbij. Eventueel maak je ook hier een preset van aan. Let op: tijdens het importeren kan je maar één preset tegelijk toepassen. Wil je lenscorrecties én een profiel op je foto’s toepassen, dan maak je één preset waarin beide aangevinkt zijn.

Voor en na: de 20/80-regel in de praktijk
De foto waarmee dit artikel opent, werd in zes eenvoudige stappen aangepast.

Stap 1: Voorbereiding
Zoals altijd zette ik de automatische lenscorrecties aan. Omdat het beeld een beetje scheef stond, corrigeerde ik het perspectief in het tabblad Handmatig van het paneel Lenscorrecties.

Stap 2: Belichting instellen
Ik volgde verder de principes zoals elders in dit artikel uitgelegd. Normaal begin je met het instellen van de belichting tot de middentonen goed zitten. In deze extreme foto, waar er haast geen middentonen zijn in de originele opname, was dat wat langer zoeken. Uiteindelijk eindigde ik met de Belichtingsregelaar op -0,10. Omdat de foto te veel contrast heeft, verlaagde ik dat naar -12.

Stap 3: De magie van Lightroom 4
Het is echter pas bij de tandem Hooglichten en Schaduwen dat de kracht van Lightroom 4 tot uiting komt. Vaak zal je merken dat je deze regelaars in tegengestelde richting zal verschuiven. Bij contrastrijke opnames zoals deze eindigen ze zelfs helemaal tegengesteld: respectievelijk -100 en +100.

Stap 4: Zwart- en witpunt instellen
Vervolgens stelde ik het zwartpunt en het witpunt van de foto in door met de Option- (of Alt-)toets te klik-slepen op de regelaars. Ik verhoogde de witte tinten naar +36 en liet de zwarte tinten onaangeroerd.

Stap 5: Presentie-instellingen
Om de structuren wat beter in de verf te zetten, verhoogde ik de Helderheid-regelaar (Clarity) tot een niveau van +47. Het ophelderen van schaduwen en het verlagen van de hooglichten had de kleuren iets te bevreemdend gemaakt, dus verlaagde ik de Verzadiging met 6 eenheden.

Stap 6: Lokale aanpassingen
De foto is eigenlijk af op deze manier, maar puristen kunnen met een borstel met negatieve hooglichten nog op het zonovergoten deel van het middenplein gaan om nog wat details te herstellen.

Vijf tips voor upgraders
Lightroom 4 introduceert een nieuwe Process Version (Verwerking): een betere technologie om raw-bestanden te verwerken. Het goede nieuws is dat dit niet opgedrongen wordt: als je een bestaande catalogus opent in Lightroom 4, blijft de oude verwerking (PV2010) behouden. Alleen nieuw geïmporteerde foto’s krijgen standaard de PV2012 mee.

Je kan nieuwe foto’s zelfs nog altijd converteren met de oude Verwerking, maar de kans dat je dat na het lezen van dit artikel nog zal willen doen, is miniem. Hieronder volgen nog vijf tips, om je als upgrader snel vertrouwd te maken met de nieuwe mogelijkheden.

De schuifregelaars van de oude (2010) en de nieuwe (2012) Process Version naast elkaar.

1. Nieuwe en vernieuwde schuifregelaars
Het Standaard-paneel (Basic) werd helemaal herwerkt en gedraagt zich anders dan in Lightroom 3. Het zal even wennen zijn, maar na een paar dagen foto’s bewerken wil je niet meer terug.

Het histogram is nu onderverdeeld in vijf zones, die overeenkomen met de vijf schuifregelaars in het Standaard-paneel. Net zoals in Lightroom 3 kan je de schuifregelaars bedienen door ze te verslepen, maar ook door te klik-slepen op de corresponderende zone in het histogram.

De screenshot toont de oude en de nieuwe versie van het Basic-paneel naast elkaar. Wanneer je ze vergelijkt vallen een aantal dingen op. Lichtsterkte (Brightness) is verdwenen: voortaan regel je de algemene helderheid van het beeld met Belichting (Exposure). De functies Hooglichten herstellen (Recovery) en Invullicht (Fill Light) werden vervangen door de krachtiger werkende Hooglichten (Highlights) en Shadows (Schaduwen). Zwart- en witpunt zet je voortaan met respectievelijk de regelaars Zwarte tinten (Blacks) en Witte tinten (Whites).

Helderheid (Clarity) behield zijn naam, maar is bij gebruik in positieve hoeveelheden (schuifregelaar naar rechts) nu nog krachtiger zonder storende neveneffecten. Om hetzelfde effect als vroeger te verkrijgen, zal je minder ver moeten schuiven. De regelaar lijkt wel meer dan vroeger een invloed te hebben op het globale contrast, zodat je dat eventueel ook zal moeten aanpassen.

De schuifregelaars hebben nu allemaal standaard een waarde nul in het midden van de regelaar, in plaats van de arbitraire waarden van Lightroom 3. Met uitzondering van buitenbeentje Contrast, betekent naar rechts schuiven nu altijd een verlichting van het beeld, naar links schuiven verdonkert het beeld.

2. Chromatische aberratie
De correctie van de chromatische aberratie (het wegwerken van kleurrandjes aan overgangen met groot contrast, zoals een gebouw dat tegen de lucht afsteekt) maakt nu niet langer deel uit van de lensspecifieke correcties, maar is een globale correctie, die je aan of uit kan zetten. Eerste tests wijzen alvast uit dat dit nieuwe systeem goed werkt.

3. Nieuwe opties voor verloopfilter en aanpassingsborstel
Het verloopfilter en de aanpassingsborstel hebben nieuwe opties die we elders in dit artikel bespreken. Je kan nu nog meer zaken (zoals ruis) lokaal corrigeren zonder daarvoor naar Photoshop te hoeven.

 

In de Ontwikkelmodule worden foto's met een oude Process Version weergegeven door een uitroepteken. Klikken op het uitroepteken opent een dialoogvenster waarmee je de foto kan upgraden naar de laatste Process Version.

4. Wat met je oude beelden?
Wanneer je je catalogus herwerkt naar Lightroom 4, blijven foto’s die je met vorige versies van Lightroom bewerkt had, hun oude Process Version (PV) behouden. Je hebt dus in Lightroom drie versies van de aanpassingen: de oude (PV2003 en PV2010) en de nieuwe (PV2012). Naargelang de PV van je beeld zie je dan ook een andere reeks schuifregelaars.

Behalve aan de schuifregelaars in het Standaard-paneel herken je aan het uitroepteken in de rechteronderhoek dat een foto een oude Process Version heeft. Indien je die foto wilt omzetten naar de nieuwe PV, doe je dat via Verwerking (Process) in het menu Instellingen (Settings), of klik je op het uitroepteken. In dat laatste geval verschijnt een dialoogvenster. Daarin kan je kiezen om enkel die ene foto (aangeraden) of alle foto’s in de Filmstrip om te schakelen naar de nieuwe verwerking. Lightroom probeert dan de oude bewerking volgens de oude schuifregelaarinstellingen te vertalen naar de nieuwe Process Version.

Naargelang de al aanwezige bewerking kunnen er sterke verschillen optreden. We raden je aan om zo’n omzetting alleen te doen als je meer uit de foto wilt halen dan met de vorige versie van Lightroom kon. Je kan er ook voor kiezen om de vorige verwerking in een Voor & Na-weergave te tonen. Kies er zeker niet voor om alle oude foto’s tegelijk om te schakelen naar de nieuwe Process Version. Je kan altijd terugschakelen naar de oude PV via dezelfde optie Process uit het Settings-menu. Nieuw gemaakte foto’s die je aan je catalogus toevoegt zullen standaard de nieuwe Verwerking 2012 krijgen.

Mijn advies? Blijf af van foto’s die je in Lightroom 3 al bewerkt hebt en waarover je tevreden bent. Gebruik PV 2012 voor nieuwe foto’s of oude foto’s die je niet voldoende kon bewerken met de oude Process Version.

5. Wat met oude presets?
Oude presets zullen mogelijks niet helemaal naar verwachting werken als ze toegepast worden op een beeld met Process Version 2012. Bepaalde schuifregelaars zoals Belichting of Helderheid hebben immers wel dezelfde naam, maar gedragen zich anders naargelang de context van de Process Version waarin je ze gebruikt.

Om zeker te zijn dat een oude preset zich gedraagt zoals bedoeld, kan je eerst het beeld converteren naar PV2010. Je mist dan natuurlijk wel de uitgebreidere mogelijkheden van de nieuwe verwerking. Een alternatief is dat je je preset aanpast voor de nieuwe beelden. De meeste commerciële ontwikkelaars van presets zijn hiermee druk bezig. Voor nieuwe presets die je maakt, kan je in het dialoogvenster ook meegeven of de specifieke Process Version mee opgeslagen moet worden in de preset.

Wanneer je naar de laatste Process Version wil overschakelen, doe je dat het best niet voor alle Filmstrip-foto's tegelijk. Er kan immers nogal wat verschil in weergave optreden!


[extern_gallery urls=”http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_1.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_2.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_3.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_4.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_5.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_6.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_7.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_8.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_9.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_10.jpg||http://cdn.minoc.com/zd_images/2012/16/119241_11.jpg” caption=”Adobe Lightroom 4: nieuwe ontwikkelingen||De beste workflow is om de schuifregelaars in de afdeling Tint (Tone) van het Standaard-paneel van boven naar onder aan te pakken.||Door Alt (Mac) of Option (pc) te klik-slepen op de regelaars van de zwarte en witte tinten krijg je een beter zicht op welke gebieden puur zwart respectievelijk puur wit weergegeven zullen worden.||Per ongeluk zat er een oranje filter op de flitser bij het maken van deze foto, terwijl dat niet nodig was. Daardoor is het model te warm in vergelijking met de achtergrond. Door lokaal met een koelere witbalans te schilderen, brengen we beide weer in overeenstemming.||Lightroom 4: de optimale workflow||Cameraprofielen zijn afhankelijk van het merk camera waarmee de foto gemaakt werd en bestaan niet voor alle merken. Hier zie je die voor Canon raw-bestanden.||Nieuwe ontwikkelvoorinstelling||||In de ontwikkelmodule worden foto’s met een oude Process Version weergegeven door een uitroepteken. Klikken op het uitroepteken opent een dialoogvenster waarmee je de foto kan upgraden naar de laatste Process Version.||Wanneer je naar de laatste Process Version wil overschakelen, doe je dat beter niet voor alle Filmstrip-foto’s tegelijk: er kan immers nogal wat verschil in weergave optreden.||De schuifregelaars van de oude (2010) en de nieuwe (2012) Process Version naast elkaar.”]

Advertentie



Wil je beter leren fotograferen?

Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).

Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.