Bijna elke digitale foto is gebaat bij verscherping. Maar je moet er oordeelkundig mee omspringen, want opscherpen maakt ook de ruis prominenter.

Bijna elke digitale foto is gebaat bij een goed gedoseerde portie verscherping. Maar je moet er oordeelkundig mee omspringen, want opscherpen laat ook de ruis prominenter worden. Opscherpen en ruisonderdrukking gaan dus hand in hand.

Verscherping en ruisonderdrukking zijn voor digitale foto’s wat make-up is voor een vrouw: om geloofwaardig te blijven overdrijf je liefst niet. Goede verscherping en ruisonderdrukking mogen pas opvallen als je ze weer ongedaan zou maken.

Beide effecten zijn overigens een beetje water en vuur. Om in de make-upbeeldspraak te blijven: verscherping is de eyeliner die de ogen beter doet uitkomen, maar de aandacht ook richt op de beginnende kraaienpootjes, die dan met de make-up van ruisonderdrukking aangepakt moeten worden.

Advertentie

De kunst is zoals altijd om het juiste compromis te vinden. De duivel zit dus in de details. Waarschijnlijk daarom zijn verscherping en ruisonderdrukking in Lightroom samen in het Details-paneel ondergebracht.

Uiteraard geldt alles wat hier gezegd wordt ook voor wie zijn raw-beelden converteert met Adobe Camera Raw 7, de raw-converter die een onderdeel vormt van Photoshop CS6. Maar laat ons eerst even stilstaan bij waarom we überhaupt moeten verscherpen.
 

Deze schermafdruk toont links de standaardverscherping die Lightroom op raw-bestanden toepast. Om het detail in de vacht van de husky beter te laten uitkomen, paste ik de verscherpingsinstellingen aan. Een gevolg was extra ruis, vooral in de lucht. Met een aanpassingsborstel ingesteld op negatieve scherpte maakte ik de verscherping ter hoogte van de lucht weer ongedaan.

Wat is verscherpen?

Voorkomen is altijd beter dan genezen. Je kan tijdens de opname al veel problemen voorkomen door nauwkeurig scherp te stellen, door de scherptediepte te maximaliseren, door te werken met het optimale diafragma (een te klein diafragma gaat ten koste van de scherpte, een verschijnsel dat diffractie heet), en/of door een statief of beeldstabilisatie te gebruiken.

Verscherpen achteraf is eigenlijk een lapmiddel. Eenvoudig gesteld gaat verscherpingssoftware in je foto op zoek naar randen met een lichte en een donkere zijde om vervolgens het contrast aan die randen te verhogen: de lichte rand wordt nog lichter gemaakt en de donkere donkerder. Onze ogen en ons brein interpreteren dat verhoogde randcontrast als scherpte. Maar eigenlijk is het dus vooral een optische illusie.

Waarom verscherpen?
Maar zelfs al heb je de perfecte focustechniek en denk je bijgevolg dat deze bladzijden niet aan jou besteed zijn, dan hebben we nieuws voor jou, zeker als je in raw-formaat fotografeert.

Wie zijn foto’s tegelijk als raw en jpeg opslaat, heeft waarschijnlijk al gemerkt dat de jpeg-versies standaard een stuk scherper ogen dan de overeenkomstige foto in raw-formaat. De reden is dat in de meeste digitale camera’s een zogenaamd anti-aliasingfilter zit, dat tot doelstelling heeft om moiré-effecten tegen te gaan.

Dit filter heeft echter een negatief effect op de maximale scherpte – een reden overigens waarom er steeds meer camera’s uitkomen zonder zo’n filter, zoals de Leica M-reeks, de Fujifilm XE-1 en X-Pro1 en de Nikon D800E.

De jpeg-opnames krijgen in je camera al een (vaak regelbare) dosis scherpte toegevoegd, onder meer om het effect van het filter te compenseren. Op het raw-bestand is die opscherping nog niet gebeurd en daarom behoor je dat zelf te doen in de raw-converter.

 


 

In Lightroom vind je de output sharpening (‘Verscherpen voor uitvoer’) onder meer in het Exportdialoogvenster en in de Print-module. Outputverscherping is in Lightroom zeer eenvoudig gemaakt: je kiest gewoon het medium en een bepaalde dosis verscherping en de software doet de rest. Controlefreaks kunnen hun hart ophalen met Photoshops meer uitgebreide arsenaal of met plug-ins zoals Nik Software Sharpener Pro.

De verscherpingsdrievuldigheid
Voornoemde vorm van verscherping noemen we capture sharpening: het verscherpen van je (raw-)opname tot een goed niveau voor verdere beeldbewerking. Deze fase is de hoofdfocus van dit artikel en de verscherpingsschuifregelaars in het Details-paneel zijn ook hiervoor bedoeld.

Naast capture sharpening heb je nog creative sharpening en output sharpening. Creatief verscherpen (of omgekeerd, creatief vervagen) doe je bijvoorbeeld wanneer je de ogen van een portret lokaal nog iets meer opscherpt dan de rest. Het oog van de kijker gaat intuïtief immers altijd eerst naar de scherpste delen van de foto.

Eigenlijk kan je stellen dat creative sharpening al begint bij de opname, door de keuze van je diafragma en scherpstelpunt. Creative sharpening zal vaak lokaal gebeuren, bijvoorbeeld alleen op de ogen.

De laatste fase in het verscherpingsproces is output sharpening. Zoals de naam het aangeeft, is de gewenste mate van verscherping hier afhankelijk van je outputmedium: scherm of afdruk? Zelfs indien je een foto verkleint om hem op een scherm te tonen, wordt hij door het herberekenen van de pixels minder scherp dan voorheen. Ook tijdens het afdrukken van een foto gaat scherpte verloren, onder meer doordat het papier inkt absorbeert. In beide gevallen zorgt output sharpening ervoor dat het eindresultaat scherp genoeg blijft.

In tegenstelling tot capture sharpening wordt output sharpening helemaal op het einde van de workflow gedaan en specifiek aangepast aan de bestemming van je foto’s. Ze worden als het ware preventief te veel verscherpt, omdat je weet dat die extra scherpte tijdens het outputproces weer verloren gaat. Op het einde van de rit blijft er zo toch nog voldoende scherpte over.

 

Wanneer het voorvertoningsvenster van het Details-paneel in Lightroom toegeklapt is, waarschuwt een uitroepteken je wanneer je de foto niet in minstens 1:1-weergave aan het bekijken bent en je dus de ingestelde verscherping niet optimaal kunt beoordelen.


In het opengeklapte voorvertoningsvenster kan je aangeven welk deel van het beeld je wilt zien. Door te rechtsklikken op het venster kan je de vergrotingsmaatstaf onafhankelijk van die van het eigenlijke beeld instellen. Met de lichtschakelaarachtige knop kan je het gecombineerde effect van ruisonderdrukking en verscherping tijdelijk uitzetten.

 

Capture sharpening in Lightroom

Net omdat een raw-bestand, in tegenstelling tot een jpeg-foto, nog niet door de processor van je camera verscherpt is, staat in Lightroom de verscherping standaard op een Amount (Hoeveel) van 25. Vergelijk maar eens met een jpeg-opname: daar staat hij op nul! De maximale waarde van 150 zal je normaal slechts zelden gebruiken en dan nog alleen in combinatie met de andere regelaars.

De betekenis van de ene schuifregelaar is al duidelijker dan de andere. We nemen ze even door: Hoeveel (Amount) is als de volumeregelaar voor je verscherping. De andere regelaars laten je de verscherping fijner afstemmen. Belangrijk om te weten is dat verscherping in Lightroom alleen op de helderheidsinformatie van het beeld wordt toegepast en niet op de kleurinformatie, zodat kleuronjuistheden niet extra verscherpt worden.

We schreven al dat verscherping eigenlijk een artificiële contrastverhoging is aan randen in je foto. De Straal-schuifregelaar (Radius) regelt hoe ver aan weerskanten van die randen de respectievelijke verlichting/verdonkering doorgaat. De standaardwaarde is 1, maar zoals je aan de standaardvoorinstellingen kan zien, zal je voor landschappen eerder lager gaan, voor portretten eerder iets hoger. Extreem hoge waarden zijn echter bedoeld voor noodgevallen of speciale effecten.

Te veel verscherping kan tot van die typische halo’s leiden: lichte randen rondom detailvoorwerpen. Lage waardes voor de Detail-schuifregelaar geven de hoogste halo-onderdrukking. Hogere waardes benadrukken de details meer, maar verhogen het risico op halo’s.

Om de werking van de schuifregelaars te leren kennen kan je de Alt-toets indrukken terwijl je de schuifregelaar bedient. Je ziet dan een grijsweergave van het effect van die specifieke schuifregelaar.

Dat is vooral handig bij Masker (Mask): hogere waardes beperken de verscherping tot gebieden met groter contrast. Die worden wit weergegeven in de voorvertoning. In zwarte gebieden wordt de verscherping weggemaskeerd. Zo kan je bijvoorbeeld bij portretten hogere hoeveelheden gebruiken zonder dat de huid verscherpt wordt. Je plaatst de regelaar dan op het ideale omslagpunt waar zo veel mogelijk huid zwart weergegeven wordt en zo veel mogelijk fijn detail (haar, juwelen, ogen, wimpers…) wit. Het werkt zelfs bij huskyportretten!

Tijdens deze eerste verscherpingsfase moet je niet overdrijven. Je hoort soms zeggen dat je foto er op het scherm té scherp moet uitzien, maar dat heeft betrekking op output-sharpening. Bij een goede capture sharpening mag je in de 1:1-weergave zeker geen zichtbare halo’s zien.

 


 

Als je de Alt-toets ingedrukt houdt bij het bedienen van de schuifregelaars, krijg je een grijswaardenvoorstelling van het effect van die schuifregelaar. Dat is vooral handig bij de regelaar Maskeren (Masking).

Scherpe voorinstellingen

In de ontwikkelvoorinstellingen die met Lightroom geleverd worden, zitten er twee die goed van pas kunnen komen om de functie van de verschillende schuifregelaars te leren kennen.

Portretten kunnen meestal een hogere waarde voor Straal en Masker gebruiken dan Landschappen. Deze laatste (en in het algemeen foto’s met veel fijne details) verdragen dan weer een hogere waarde voor Details.

Zoals alle voorinstellingen gebruik je ook deze verstandig: het is een vertrekpunt dat je aanpast aan de individuele foto.

 


Lightrooms twee standaard verscherpingspresets vormen een mooi vertrekpunt en geven je ook een goed idee van welke schuifregelaars je bij welk soort beelden in welke richting kan bewegen.
 

Nog meer weetjes over verscherping

Nog een paar tips om dit artikel over verscherping af te ronden.

Je kan verscherping ook toepassen met een borstel of verloopfilter: positieve waarden worden relatief, boven op de reeds aangegeven globale verscherping toegepast, volgens de instellingen van het Details-paneel. Door met negatieve waarden te schilderen (tot -50) haal je globaal toegepaste verscherping weg.

Nog negatievere waarden (-51 tot 100) zullen je foto echt gaan vervagen. Je kunt zoals bij alle lokale effecten meerdere toepassingen over elkaar stapelen, maar hun gecombineerde effect neemt af na verloop van tijd.

Bij echt onscherpe foto’s kan het soms helpen om een fijne korrel (in het paneel Effecten) over het beeld te plaatsen: die kan meehelpen om een illusie van scherpte te creëren.

Aangezien ruis makkelijker te corrigeren is dan onscherpte, kan je tijdens de opname beter snellere sluitertijden – al leiden die tot hogere gevoeligheden – gebruiken om onscherpte tegen te gaan. De ruis van de hogere gevoeligheden werk je gemakkelijk weg. Is de opname onscherp door een te lange sluitertijd, dan is het veel moeilijker of onmogelijk om de foto weer scherp te krijgen.

Er zijn nog meer verbanden tussen verscherping en ruisonderdrukking. Daarom zijn beide ook in hetzelfde paneel ondergebracht. Verscherping heeft de neiging om de aanwezige ruis te accentueren. Door een oordeelkundige interactie kan je beide optimaliseren. Zo zal je normaal bij beelden met meer ruis een hogere waarde voor Straal in de verscherping gebruiken: anders verscherp je de ruis mee.

Lees verder in de onderstaande, aparte artikelen over ruis en automatische ruisonderdrukking.

Advertentie



Wil je beter leren fotograferen?

Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).

Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.